In de korte film Stranded (Jamil Najjar) wordt een taxichauffeur onderbroken
tijdens zijn plaspauze door voorbijtrekkende groepen, die allen een deel van de
Tunesische maatschappij weergeven. De drugsdealende Ziad in Very Big Shot (Mir-
Jean Bou Chaaya) bemoeit zich met regisseren van films en belandt via een
goedlopende televisiecarrière zelfs in de politiek. En in het Palestijnse Love,
Theft and Other Entanglements (Muayad Alayan) steelt een Palestijnse autodief de
verkeerde auto, met in de achterbak een ontvoerde Israëlische soldaat.
Ze zouden zomaar uit een Coens-film kunnen komen, maar dit zijn hoofdpersonen
uit films die op Cinéma Arabe te zien zijn. De plots klinken absurdistisch, maar
in elk van de films wordt via zwarte humor kritiek gegeven op het huidige
politieke of maatschappelijke klimaat.
Voor directeur en programmeur
Adel Salem zijn dit soort films nodig, zeker nu het negatieve beeld over de
Arabische wereld overheerst: ‘Je slaat de krant open en het gaat over de
vluchtelingencrisis, oorlog of aanslagen. Ik probeer te zoeken naar materiaal
dat een ander beeld kan laten zien. Ik ben niet eens zozeer op zoek naar iets
positiefs: ik ben op zoek naar een goede film. En als die film dan met humor een
andere boodschap kan geven, dan is dat helemaal mooi. De hoofdpersoon in
Stranded wil even een moment voor zichzelf, maar wordt gestoord door een
politicus, hooligans, islamisten en de politiestaat. De filmmaker geeft hiermee
gewoon een samenvatting van de Tunesische maatschappij van vandaag de dag.'
Salem zocht de films niet uit op de humor. Wel wilde hij het programma wat
minder zwaar maken: ‘Het is niet zo dat omdat je Cinéma Arabe heet, je het
alleen maar over oorlog en conflicten moet hebben. Of over de islam,
vrouwenrechten of onderdrukking. Ik wil dat mensen hier ontspannen een film
kunnen kijken. Met als verschil dat ik ze wel iets mee wil geven. Dat ze naar
huis gaan en zeggen: ‘verdomd, ik heb wel gelachen, maar ik lach om mezelf.’
Het festival laat niet alleen films zien om in Nederland iets te kunnen
veranderen. Voor sommige films is Cinéma Arabe een van de weinige plekken in de
wereld waar de films vertoond kunnen worden. In eigen land is er censuur. Maar,
zo stelt Salem: ‘die censuur heeft een traditie, het is een apparaat’. Humor is
dan juist een manier om die censuur te kunnen omzeilen. Pas als je aan ‘god, de
koning en de natie’ komt, de drie taboes volgens Salem, dan heb je een probleem.
Of ze in Tunesïe blij zijn met Stranded is dan ook de vraag. Op het festival
komt de boodschap in ieder geval wel aan bij een divers publiek. Daarmee is
Salems doel om een ander beeld te geven geslaagd: 'Tijdens de vertoning van de
film zat de zaal vol, met blanke Nederlanders en Arabisch publiek. Allemaal
lachten ze. Ze snappen de humor. Dan is de boodschap aangekomen.’
De achtste editie van Cinéma Arabe vindt nog tot en met zondag 24 april plaats in Rialto in Amsterdam. Daarna gaat het festival op tournee naar o.a. Rotterdam en Den Haag.