Openingsfilm van het festival van Cannes dit jaar was
Café Society, de 47ste film alweer van de inmiddels tachtigjarige Woody
Allen. Of hij de vijftig zal volmaken, vroeg ik hem toen. Zijn antwoord: ‘Ik ga
door tot ik er geen zin meer in heb. Of tot ik zo oud ben dat het niet meer gaat
. Of tot mijn financiers tot bezinning komen.’
Dat laatste zinnetje
is typisch Allen. Als het even kan eindigt hij een antwoord met een grap.
Voorafgegaan door een goedgekozen, veelbelovende pauze.
Die grappen
komen vanzelf. Een leven lang al. Toen Allen nog maar vijftien jaar oud was,
verdiende hij al geld met de grappen die hij naar grote kranten en bekende
komieken stuurde. Hij verzon ze in de metro van Manhattan naar zijn ouderlijk
huis in Brooklyn. Soms wel vijftig per rit.
Pas in de jaren zestig
rolde Allen de filmwereld binnen. In 1965 als scenarioschrijver, in 1969 als
regisseur. Daarvoor werkte hij jarenlang als
stand up-komiek.
Allen is de koning van de ‘snappy one liner
’, een kort zinnetje met een grap, een grappige wending of een rake
typering. Niet alleen zijn interviews, ook zijn films zitten er vol mee. Maar
die grappen doen meer dan alleen vermaken. Er zit vaak een hele wereld achter,
en ook een heel wereldbeeld.
Neem het zinnetje: ‘Het leven is een
komedie, geschreven door een sadistische komedieschrijver.’ Dat zinnetje wordt
uitgesproken door Bobby, het hoofdpersonage van Café Society. In de jaren dertig
gaat de jonge Bobby van New York naar Los Angeles. Op zoek naar geluk. Dat
lijkt hij ook te vinden, bij de mooie Vonnie. Maar dit is een Woody Allen-film
en daarin leeft niemand lang en gelukkig.
De snappy one liners van Woody Allen doen meer dan alleen vermaken. Er zit vaak een hele wereld achter, en ook een heel wereldbeeld. Drie van Allens uitspraken nader beschouwd, bij het uitkomen van zijn 47ste film Café Society.
Waarom niet? Omdat Allen niet gelooft in een lang en gelukkig
leven. Allen verdeelt, zo horen we hem in
Annie Hall (1977) zeggen, het leven in twee categorieën: verschrikkelijk en
ellendig. ‘Verschrikkelijk zijn, zeg maar, ten dode opgeschreven mensen, blinden
en kreupelen. Geen idee hoe die zich door het leven slaan. Het zou mij niet
lukken. Alle andere mensen zijn ellendig. Als je je ellendig voelt, moet je dus
dankbaar zijn, want dat betekent dat je geluk hebt gehad.’ Allen zei ook: ‘
Meestal heb ik weinig plezier. De rest van de tijd heb ik helemaal geen plezier
.’
En hoop op een gelukkig leven na dit leven is er voor Allen ook
niet, want hij is een atheïst. ‘Het leven is kort en heeft geen enkele betekenis
. Er is alleen wat je kunt aanraken, en dat wat jou raakt.’ Mocht er dan toch
een God bestaan, zo zei hij in
Love and Death: ‘…dan denk ik niet dat hij slecht is. Je kan hooguit zeggen
dat hij ondermaats gepresteerd heeft.’
'Klein en lelijk'
De lijst met snappy one liners is lang, maar laten we drie van zijn uitspraken
wat nader bekijken.
'De truc is dat je goede acteurs moet inhuren en ze vervolgens niet voor de voeten gaat lopen. (…) Don’t mess them up!’
Allen zegt zoiets vaker (bovenstaande quote komt uit
de persconferentie voor Irrational Man in Cannes 2015). Waar hij op doelt,
is dat hij zijn acteurs het liefst zo min mogelijk regisseert. Wat door de
acteurs wordt bevestigd. Allens enige aanwijzing was meestal dat ze een scène
iets sneller moesten spelen. Allen houdt het tempo in zijn films namelijk graag
hoog, omdat hij bang is dat zijn films anders saai worden.
Veel wijzer word je als acteur dus niet van Allens regie. En
ook niet veel rijker, want voor Allen werk je altijd voor het door de vakbond
vastgestelde minimumbedrag. Toch staan de acteurs en actrices in de rij. Want ze
kennen de getallen. Maar liefst achttien keer werd een acteur of actrice in een
van zijn films genomineerd voor een Oscar. Zeven keer namen ze het beeldje ook
mee naar huis. De laatste was Cate Blanchett, in 2014, voor haar rol in
Blue Jasmine.
‘Het verschil tussen seks en liefde is dat seks
spanningen verlicht en liefde spanningen veroorzaakt.’
Dat liefde
spanningen veroorzaakt, weet Allen maar al te goed. Bijvoorbeeld toen in 1992
bekend werd dat hij een relatie had met zijn 35 jaar jongere, toen 21-jarige
stiefdochter Soon-Yi Previn. De Koreaanse Soon-Yi werd als klein meisje
geadopteerd door Mia Farrow en haar toenmalige echtgenoot André Previn.
Toen Allen in 1980 een relatie kreeg met Farrow werd hij Soon-Yi’s stiefvader.
Dat wil zeggen: technisch gesproken niet, omdat Allen en Farrow in de twaalf
jaar dat ze samen waren nooit getrouwd zijn geweest. Maar het schandaal was er
niet minder om.
Allen, die zich sowieso weinig tot niets van de mening
van anderen aantrekt, legde de kritiek naast zich neer en ging stug door met
films maken. In 1997 trouwde hij met Soon-Yi en de twee zijn nog steeds samen.
‘Ik ben klein en lelijk genoeg om het helemaal in mijn eentje te hebben gemaakt
.’
Waar hij maar mee wil zeggen dat hij alle roem die hij in zijn
zestigjarige loopbaan heeft vergaard ook echt verdient. Hij moest het immers
doen zonder lichaam van Tarzan of uiterlijk van Brad Pitt. Hij had alleen dat
onstuitbare gevoel voor humor. Of dat uiteindelijk genoeg is voor eeuwige roem?
Allen zelf betwijfelt het. ‘Het enige dat tussen mij en grootsheid staat, ben ik
zelf,’ zei hij ooit. En vorig jaar nog in Cannes: ‘Ik zie niet eens een spoor
van mijn invloed op andere makers. Ik had het er met Scorsese over en ik zie
zijn invloeden overal. Net als die van Spielberg. Van mijzelf zie ik niets terug
.’
En dat klopt. Omdat Allen een volstrekt unieke filmmaker is.
VPRO Cinema sprak tijdens het filmfestival van Cannes ook met Woody Allen over
zijn nieuwste film.
Bekijk het hele interview hier.