In de films regisseur van Jean-Marc Vallée (Dallas Buyers Club, Wild) krijgen de acteurs alle ruimte, met Oscar-nominaties als gevolg. Even belangrijk voor de filmmaker is de muziek: 'Vertel me waar je naar luistert,' zei Vallée ooit, 'en ik vertel je wie je bent.'

Eigenlijk zou de Canadese regisseur Jean-Marc Vallée gelijk na het succes van drievoudig Oscarwinnaar Dallas Buyers Club (2013) beginnen aan zijn volgende project: Demolition. Maar juist op dat moment zond actrice Witherspoon hem het script voor Wild, en dat vond Vallée zo mooi dat hij de opnamen van Demolition uitstelde en zich op Wild stortte.

Het is veelzeggend dat de acteurs die al hadden toegezegd voor Demolition – Jake Gyllenhaal en Naomi Watts – al die tijd netjes hebben gewacht tot Vallée klaar was met zijn tussendoortje. Meestal zitten de agenda's van de grote Hollywoodacteurs namelijk zo vol dat een verschoven project ook gelijk het einde van dat project betekent. Voor Vallée maakten Gyllenhaal en Watts echter een uitzondering. Begrijpelijk, want twee van de drie Oscars voor Dallas Buyers Club gingen naar acteurs Matthew McConaughey en Jared Leto, en een jaar later werden Wild-actrices Reese Witherspoon en Laura Dern genomineerd voor een Oscar. Kortom: Vallée haalt het beste uit zijn acteurs, en daarom wilden Gyllenhaal en Watts wel wachten.


 
Levensecht
Demolition is het verhaal van Davis Mitchell (Gyllenhaal), een succesvolle bankjongen wiens leven volledig op zijn kop komt te staan wanneer zijn vrouw omkomt bij een auto-ongeluk. Niet omdat Davis verscheurd is door verdriet, maar juist het tegenovergestelde: Davis ontdekt dat de dood van zijn vrouw hem helemaal niets doet. En beseft dan pas dat hij eigenlijk al jaren niets meer voelt.

Een zakje M&M's dat blijft steken in een automaat leidt tot een klachtenbrief van Davis aan de beheerder van de automaat, wat leidt tot een hele reeks brieven, waarin Davis steeds persoonlijker zaken opbiecht. Die brieven worden gelezen door Karen Moreno van de klachtenservice (Watts), die aangedaan is door Davis' verhaal en hem stiekem begint te volgen.

Demolition is een eigenzinnige, onvoorspelbare film geworden. Zoals eigenlijk alle films van de nu 53-jarige Vallée. Voordat de Canadese regisseur in Amerika doorbrak met Dallas Buyers Club , maakte hij in eigen land twee fantastische films: C.R.A.Z.Y. (2005) en Café de Flore (2011). In laatstgenoemde film ontdekte Vallée de losse, intuïtieve manier van werken met acteurs, die nu zo populair is onder de Hollywoodsterren. Omdat hij in Café de Flore scènes moest opnemen met twee jonge acteurs met het downsyndroom, koos hij voor een kleine crew en een digitale camera. Zo werden de jonge acteurs niet afgeleid door allemaal mensen op de set en moeilijke, technische opdrachten, maar konden ze zich volledig vrij bewegen. De camera volgde ze wel.

Door de straten dansen
De beelden die de regisseur later die avond terugzag, zo vertelde hij later in interviews, waren een openbaring. 'Zo levensecht en dynamisch. Ze voelden de hitte van de spotlights niet, hoefden niet op vaste plekken te gaan staan en vergaten dat ze aan het acteren waren. Dat was de eerste keer dat ik met een digitale camera werkte, en ik besloot toen nooit meer terug te gaan naar film.

Vallée heeft woord gehouden, want die intieme, documentaire-achtige manier van filmen kwam terug in Dallas Buyers Club en Wild en zien we ook weer in Demolition. Bijvoorbeeld tijdens een geïmproviseerd dansje van Davis door New York. Acteur Jake Gyllenhaal had van Vallée een iPod gekregen met wat nummers, een koptelefoon en de opdracht: ga maar wat door de straten dansen. Wij volgen je wel. Gyllenhaal deed braaf wat hem gevraagd werd, vertelde hij later: 'Ik begon te dansen terwijl er drommen forenzen aankwamen. De weg was opengebroken, maar ik liep gewoon langs de verkeerskegels en begon daar met verschillende mensen te dansen. En de hele tijd bleef Jean-Marc maar filmen. Blijkbaar is het zo dat hoe gekker je doet in New York, hoe minder aandacht ze aan je besteden, want niemand wilde weten waar we mee bezig waren.'


 
Playlists
Het is niet toevallig dat in deze scène, een bevrijdend moment voor Davis, muziek een belangrijke rol speelt. Muziek speelt namelijk altijd een belangrijke rol in de films van Vallée. En dan vooral bestaande muziek. Vallée laat geen muziek componeren, hij kiest liedjes die bij zijn personages passen. Of dat nou David Bowie's 'Space Oddity' is in de verrukkelijke coming-of-age-film C.R.A.Z.Y, of het prettig-pathetische 'Svefn-g- englar' van Sigur Rós in Café de Flore.

'Vertel me waar je naar luistert,' zei Vallée ooit: 'en ik vertel je wie je bent.' Vandaar dat hij veel aandacht besteedt aan de keuze van de nummers in zijn films. Dat gaat zo ver dat hij voor alle belangrijke personages playlists samenstelt. En pas wanneer een personage in de film een nummer opzet of begint te neuriën horen wij dat nummer op de soundtrack. Zo wordt de muziek deel van het personage en daarmee van het verhaal.

Op de playlist van Karen Moreno van de klachtenservice staan Charles Aznavour en Curtis Mayfield. Op die van haar vijftienjarige zoon Jake onder meer rockband Cave. Voor Davis, de emotieloze bankjongen in Demolition, had Vallée geen playlist bedacht. Logisch, want Davis kan niets voelen, en volgens Vallée kun je onmogelijk naar muziek luisteren en niets voelen. Bij zijn dansje in de straten van New York luistert Davis naar de muziek van Jake. En juist dan begint hij weer iets te voelen.