Volgens de overlevering werd het merkbaar leger op Amerikaanse stranden nadat haaienthriller Jaws in de zomer van 1975 in première was gegaan. Maar lag dat aan een plotselinge angst voor dodelijke haaien, of aan het feit dat men opeens massaal naar de bioscoop trok? De zomer was het minst lucratieve filmseizoen, waarin Hollywood kansloze kliekjes opdiende, maar Jaws zette die traditie op haar kop: de film brak alle box-office-records.
En dat terwijl producent Universal er aanvankelijk weinig fiducie in had. Regisseur Steven Spielberg was bij het grote publiek nog onbekend, en de opnames verliepen bepaald niet gesmeerd. Pas na uitzinnige reacties van het testpubliek werd de film alsnog in honderden zalen tegelijk uitgebracht, vergezeld van een peperdure reclame-campagne.
Het succes van Jaws schudde Hollywood wakker. De zomer werd het seizoen voor luchtig spektakel dat met veel bombarie in de markt werd gezet. De zogenoemde blockbuster (vernoemd naar een in WO II ontworpen bom die complete huizenblokken kon wegblazen) kostte een lieve duit, maar leverde ongeëvenaard veel op. En niet alleen in de bioscoop. Met Star Wars bewees George Lucas dat je een goed concept eindeloos kunt uitmelken – in de vorm van speelgoed, boeken, snacks, games en tv-programma’s.