Enyedi zet de boel op z’n kop. Niet de droom, maar de werkelijkheid is surreëel. Berlinalewinnaar On Body and Soul (Teströl és lélekröl) van de Hongaarse cineaste Ildikó Enyedi opent met een hertenkoppel dat rondsnuffelt in een winters woud.
Daarnaast speelt de film zich af in een slachthuis voor rundvee, waar twee medewerkers – financieel directeur Endre en kwaliteitscontroleur Mária – verliefd raken op elkaar. Bepaald soepel gaat hen dat niet af: sinds vijftiger Endre gehandicapt is geraakt aan één arm durft hij niet meer te vertrouwen op zijn aantrekkingskracht. De jonge Mária is opmerkzaam, maar dodelijk verlegen tussen andere mensen. En zo schutteren ze wat af in de bedrijfskantine – het dagelijkse ontmoetingspunt. Tot ze bij toeval ontdekken dat ze ’s nachts dezelfde droom delen, waarin ze als vrije herten rondwaren in een bos.
Enyedi zag in acteur Géza Morcsányi, die Endre speelt, ‘een soort jonge Clint Eastwood’, vanwege zijn kalme, enigmatische présence. Maar Endre is kwetsbaar als een leeuw die z’n tanden is verloren. De nodige opgelopen blauwtjes hebben hem terughoudend gemaakt. De sociaal onhandige Mária (Alexandra Borbély) is op haar beurt bang voor het onbekende. Enyedi daarover tegen magazine Uncut: ‘Beiden hebben ooit besloten zich uit zelfverdediging voor anderen af te sluiten. Beiden nemen een risico door nu uit die verdediging te stappen.’
De Berlijnse jury liet onder aanvoering van Paul Verhoeven weten verliefd te zijn geworden op de film, ‘omdat hij mensen herinnert aan iets dat in het hedendaags leven te vaak wordt vergeten: compassie.'
‘Deze film is alleen benaderbaar met een genereus hart,’ voegde Enyedi daar zelf nog aan toe tijdens de prijsuitreiking. ‘Omdat we allemaal onze kwetsbare kanten hebben, maar enorm ons best doen die te verstoppen.’