In The Imitation Game worden codekrakers ingezet om te proberen om de Duitse codeberichten, die via de radio werden verstuurd, te decoderen. Lastige klus: Iedere dag moesten de codekrakers zoeken welke van de 158.962.555.217.826.360.000 mogelijke instellingen van de Enigma-machine klare taal zou produceren. In de film zie je hoe een klein aantal briljante wiskundigen, technici en kruiswoordraadseloplossers een machine bouwt die het decoderen automatiseert. En daarmee eigenlijk de eerste programmeerbare computer. Bedacht door de excentrieke nerd Alan Turing.
Turing had ook zelf een geheim te bewaren, over zijn indertijd verboden homoseksuele geaardheid. En er werden meer geheimen gekoesterd door het clubje bollebozen. Andere gevaarlijke geheimen. Het levert een spannende, meeslepende en ontroerende film op.
Die overigens historisch niet bijzonder correct schijnt te zijn. Turing, schitterend gespeeld door Benedict Cumberbatch, was bijvoorbeeld lang niet zo autistisch als hier gepresenteerd. Bovendien bedacht hij zijn machine niet helemaal zelf, die was gebaseerd op de oudere, Poolse ‘Bombe’. En een aantal Morele Grote Kwesties kwamen niet op het bordje van het studieuze gezelschap terecht, moeilijke beslissingen werden natuurlijk hoger in de hiërarchie genomen.
Maar historisch correct of niet, The Imitation Game is een fijn, meeslepend drama, waarin het genie Turing volkomen terecht in het zonnetje wordt gezet. En daarnaast een volkomen terechte aanklacht tegen de hondse behandeling die hij na de oorlog in Groot-Brittannië kreeg. The Imitation Game neemt een loopje met de historische waarheid, maar heeft het hart op de goede plaats.