Het beste advies dat ze ooit kreeg, bekende de Britse actrice Claire Foy eerder dit jaar tegenover The Guardian, was afkomstig van tv-regisseur Dearbhla Walsh. Tijdens de opnamen voor Little Dorrit (2008) zei Walsh tegen de toen nog beginnende actrice: ‘Iedereen om je heen zal in deze serie aan kroonluchters hangen. Maar jij bent in het centrum. Doe niets. Probeer niet te
acteren. Geen kroonluchters!’
Het is het kenmerk van grote acteurs en actrices dat ze alleen maar in beeld hoeven te komen, niets hoeven te zeggen of te doen, en iedereen kijkt naar hen. Omdat zich een hele wereld afspeelt op hun gezicht. Foy is zo’n actrice.
Ze brak door op televisie. Eerst in kleine kring met haar rol van Anne Boleyn in de miniserie Wolf House (2015), vervolgens wereldwijd als Elizabeth II in The Crown (2016). Haar acteren in die serie omschreef Crown-regisseur Stephen Daldry als ‘de uitzonderlijke eigenschap om met heel weinig heel veel te doen’. Foy hangt niet aan kroonluchters.
Het is een eigenschap die ze misschien wel heeft ontwikkeld als achtjarige, toen haar ouders uit elkaar gingen. Ze zag het als haar opdracht iedereen gelukkig te maken. Nooit boos worden. Altijd alles binnenhouden.
Die eigenschap maakt van haar een heel spannende actrice, maar ook een heel gespannen mens.
In verschillende interviews heeft ze verteld hoe onzeker ze is. Niet alleen door de scheiding van haar ouders, ook omdat ze als puber artritis kreeg en lange tijd met krukken moest lopen, en omdat op haar achttiende een (gelukkig goedaardige) tumor achter een van haar ogen werd ontdekt.