De nieuwe film van de Noorse regisseur Erik Poppe (Troubled Water, A Thousand Times Good Night) is een technisch hoogstandje: gefilmd in één vloeiende take van bijna anderhalf uur, met zeldzaam intens spel van allemaal jonge, onervaren acteurs. Het verhaal rond een groep opgejaagde tieners is razendspannend, met echo’s van avonturenfilms als The Hunger Games en Battle Royale.
Normaal gesproken zouden dat aanbevelingen zijn, maar in dit geval liggen de zaken wat ingewikkelder. De film heet Utøya 22. juli en is een reconstructie van een van de schokkendste aanslagen uit de recente geschiedenis: op 22 juli 2011 schoot rechts-extremist Anders Breivik op het Noorse eiland Utøya 69 jongeren dood die deelnamen aan een zomerkamp van de Noorse Arbeiderspartij. Hoe gepast is het om in zo’n context te genieten van cinematografisch vernuft en Hollywood-achtige spanning? Is zo’n verfilming überhaupt niet respectloos richting slachtoffers en nabestaanden?
Sommige bezoekers van het filmfestival van Berlijn, waar Utøya 22. juli eerder dit jaar in première ging, vonden van wel. Na de voorstelling klonk er naast applaus ook boegeroep. Regisseur Poppe gaf later in interviews aan daar wel begrip voor te hebben. Tijdens zijn twee jaar durende onderzoek naar de gebeurtenissen bleef hij zelf ook constant twijfelen of hier wel een smaakvolle film over te maken viel – en zo ja, of het daar dan nog niet te vroeg voor was.
Uiteindelijk zette hij door omdat hij merkte dat het in discussies over de ramp steeds meer over de dader en diens motieven ging, en steeds minder over de slachtoffers. Poppe besloot dat zijn film bovenal een eerbetoon aan de slachtoffers moest worden, en dat elke artistieke keuze in dienst daarvan moest staan. De terrorist wordt daarom niet bij naam genoemd en komt nooit vol in beeld. Hoofdpersoon Kaja (gespeeld door nieuwkomer Andrea Berntzen) is fictief, maar alles wat ze meemaakt, berust op getuigenissen van overlevenden. En het gebruik van dat ene, onafgebroken shot is geen uitsloverij, benadrukt Poppe, maar een poging om de onvoorstelbare lengte van de aanslag – maar liefst 72 minuten – voor het publiek invoelbaar te maken.