Julie Henriette Goudeket, roepnaam Juliette of Jetje, maakte in de jaren twintig als actrice Jetta Goudal furore op Broadway en in Hollywood. Ze groeide in de Amsterdamse Plantage op in een welgesteld Joods milieu, maar leed onder haar orthodoxe vader, diamantair Mozes Wolf, die haar artistieke ambities afwees en zelf een man voor haar wilde uitzoeken. Zonder bericht achter te laten stapte de 25-jarige Juliette daarom in mei 1917 in Rotterdam op het laatste stoomschip – de zee lag vol mijnen – dat nog naar New York durfde te varen en blufte zich daar vanuit het niets en zonder acteeropleiding Broadway en vervolgens Hollywood binnen. Juliette koos daar niet alleen de artiestennaam Jetta Goudal, maar nam ook een andere identiteit aan door haar komaf te verzwijgen en een nieuwe te verzinnen. Zo kon ze haar gedroomde bestaan leiden en uitgroeien tot een mythe.
Hoe ze daarin slaagde valt na te lezen in het recent verschenen literaire non-fictieboek Diva van Erik Brouwer, die na zes jaar onderzoek haar goeddeels onbekende levensverhaal, waarin fictie werkelijkheid werd, kon reconstrueren en optekenen. Over Goudal zijn duizenden artikelen verschenen, in filmtijdschriften, The New York Times en Los Angeles Times. Ze bracht zelf haar papieren nalatenschap – brieven, dagboeknotities, telegrammen, uitnodigingen en recensies – in diverse bibliotheken onder. Brouwer spitte archieven door in Amsterdam, Den Haag, Parijs, New York, Los Angeles, Utah en Sacramento, bezocht de studio’s waar Goudal gewerkt heeft en sprak velen die haar nog gekend hebben. Het resulteerde in een vlot geschreven levensverhaal vol details en smeuïge anekdoten dat ook een raak beeld geeft van het filmwezen in het Hollywood van de jaren twintig. Nochtans blijft de hoofdpersoon een mysterie.