De Russische klassieker Kom en zie (Idi i smotri) uit 1985, een van de beste antioorlogfilms ooit, is terug in de filmtheaters. Digitaal gerestaureerd door de Russische productiemaatschappij Mosfilm.

In het openingsshot van Kom en zie zwaait een tandeloos mannetje nijdig met een zweep, op zoek naar twee kwajongens die zich in de bosjes verstoppen. Zodra het oude baasje uit zicht is verdwenen, doen de jongens hem spottend na en vervolgens graven ze een geweer op uit een dichtgegooide loopgraaf – want wie een geweer heeft, mag bij de partizanen. Het is 1943 op het Wit-Russische platteland wanneer de vijftienjarige Forja vol verwachting straalt als de partizanen hem komen halen. Als een uit een propagandafilm afkomstige communistische held in de dop staat hij te trappelen om de nazi’s ervan langs te geven. Maar het duurt niet lang voordat de oorlog hem van al zijn illusies heeft beroofd.

Met Kom en zie (1985, oorspronkelijke titel: Idi i smotri), gebaseerd op de gelijknamige roman van Aleksandr Adamovitsj, opende regisseur Elem Klimov (1933-2003) een regelrechte aanval op de communistische oorlogsretoriek uit de propagandafilms onder Stalin en de officiële geschiedschrijving onder diens opvolgers. Klimov was zeker niet de eerste filmmaker die daar een alternatieve, menselijke geschiedenis tegenover stelde. Onder anderen Tarkovski ging hem voor, met Ivanovo detstvo (1962). Maar bijvoorbeeld ook Klimovs vrouw, Larisa Shepitko – als regisseur minstens zo bekend als haar man – die Voskhozhdenie (1977) maakte.

'Klimov richt zijn camera op de psychologische horror die de oorlog teweegbrengt bij het individu.'

Karin Wolfs

Verpletterende oorlogservaringen

De reden dat Kom en zie steevast op lijstjes van beste antioorlogsfilms ooit opduikt is de indrukwekkende surrealistische, impressionistische vorm waarmee Klimov de verpletterende oorlogservaringen van de jonge Forja tastbaar maakt. Vloeiende camerabewegingen geven Forja’s helletocht vaart, terwijl door elkaar lopende geluidssporen bij droomachtige, symbolische beelden een dramatische, absurde wereld oproepen. Zoals wanneer Forja en het meisje Glasja, dat hij bij de partizanen ontmoet, na een bombardement een vreugdedansje maken in de regen. Als ze samen een moeras in vluchten, maakt Klimov hun fysieke worsteling in de stugge modder tot een metafoor voor de wijze waarop de ontberingen aan de kinderen blijven kleven. Als Forja door een dichtbij ontploffende bom tijdelijk doof wordt, tast dat ook het ‘gehoor’ van de kijker aan.

We zien en voelen zo de innerlijke destructie die de oorlog bij de jonge Forja aanricht. Klimov richt zijn camera niet op het Rode Leger of beroemde veldslagen, maar op de psychologische horror die de oorlog teweegbrengt bij het individu. Op de geïmproviseerde partizanenstrijd van de plattelandsbewoners die in de bossen overleefden. En op het leed dat de nazi’s aanrichtten in de 628 Wit-Russische boerendorpen die met inwoners en al werden platgebrand.

Oorlogsherinneringen

Klimov was zelf nog een kind toen de oorlog aan zijn ogen voorbijtrok. Als negenjarige vluchtte hij tijdens het beleg van zijn geboortestad Stalingrad met zijn moeder en babybroertje op een vlot over de Wolga. The Guardian tekende daarover op uit Klimovs mond: ‘De stad stond tot aan de hemel in lichterlaaie. Ook de rivier stond in brand. Het was nacht, bommen explodeerden en moeders bedekten hun kinderen met wat ze maar aan beddengoed voorhanden hadden en gingen er dan ter bescherming bovenop liggen. Als ik alles waar ik weet van heb in de film had gestopt en de hele waarheid had getoond, had zelfs ik de film niet kunnen aanzien.’

Als Forja later in de film het tandeloze mannetje uit de openingsscène terugziet, is die nauwelijks nog als mens herkenbaar. Met Forja begrijpen we dan alsnog waarom de ‘ouwe gek’ de kwajongens zo hartstochtelijk uit de oude loopgraven wilde weren. Gaandeweg verandert Forja in een stokoud kind dat van alle hoop is beroofd. Het enige schot dat hij lost is op een portret van Hitler, in een wanhopige poging de tijd terug te draaien. Duitse propagandabeelden trekken in omgekeerde volgorde aan zijn geestesoog voorbij – tot hij aankomt bij een foto van Hitler als kind. Dan laat hij z’n geweer zakken.

Censuur

Toen Kom en zie begin juli 1985 in première ging, won hij de Grand Prix op het Internationale Filmfestival van Moskou. Precies vier maanden eerder kwam Gorbatsjov met zijn perestrojka en glasnost aan de macht. Tot die tijd werd Klimovs carrière door censuur geplaagd. Aanvankelijk maakte hij twee komedies die de verstikkende bureaucratie op de hak namen, maar nadat zijn vrouw – moeder van hun achtjarige zoon Anton – in 1979 omkwam bij een auto-ongeluk, maakte Klimov enkel nog een drietal tragedies. Kom en zie was Klimovs vijfde en laatste speelfilm. Een jaar nadien werd hij op het congres voor filmmakers tot voorman van de filmmakersbond gekozen. In die hoedanigheid zorgde Klimov ervoor dat honderden filmtitels die eerder door de censor op de plank waren gelegd alsnog werden vertoond. Geknakte carrières werden in ere hersteld, werkverboden ingetrokken. Maar na twee jaar hield Klimov het voor gezien, omdat hij opnieuw door bureaucraten werd tegengewerkt in zijn pogingen een vrije, kritische Russische cinema op poten te zetten.

De gerestaureerde versie van Kom en zie wordt 18 oktober uitgebracht door Eye Filmmuseum. Ook een andere Russische klassieker – Stalker van Andrei Tarkovski – reist sinds deze maand door het land. Voor volgend jaar plant Eye Filmmuseum een retrospectief en expositie rond Tarkovski’s werk.

Meer over Kom en zie / Idi i smotri