Dankzij digitale techniek ziet gerestaureerd en ingekleurd zwart-witmateriaal er steeds beter uit. Onlangs ging They Shall Not Grow Old in première, een documentaire over de Grote Oorlog zoals beleefd door Britse soldaten.

Op 11 november 1918 kwam een eind aan de Eerste Wereldoorlog. Die Grote Oorlog, zoals hij ook vaak wordt genoemd, wordt dezer dagen wereldwijd maar vooral in België en Groot-Brittannië in vele toonaarden herdacht. Het beeld van die oorlog wordt mede bepaald door de zwart-witopnamen die toen werden gemaakt. Het was de eerste oorlog die aan het front uitvoerig op camera werd vastgelegd en waarvan de beelden vaak werden gebruikt als propaganda voor het thuisfront. Iedereen kent de vaak sneeuwende, korrelige, soms versnelde beelden in grijstinten van verwoeste steden en dorpen, modderige loopgraven, ontploffende granaten en grote aantallen rennende of dode soldaten. Nu die loopgravenoorlog met zijn miljoenen doden meer dan honderd jaar oud is, lijken de beelden ervan steeds onwerkelijker en verder van ons af te staan.

Een goede manier om te blijven ervaren hoe die oorlog werd gestreden is het restaureren en inkleuren van zwart-witbeelden – al zijn er ook preciezen die het inkleuren afwijzen omdat de filmer destijds natuurlijk wist dát hij in zwart-wit draaide en zijn opnamen daarop afstemde. Inkleuren zou afbreuk doen aan zijn werk. ‘De beelden raken door deze bewerking hun integriteit kwijt,’ aldus filmhistoricus Laurent Veray. Maar voor de meesten zal gelden dat de combinatie van remastering en colouring, dat tegenwoordig digitaal gebeurt, de oorspronkelijke beelden helderder en gedetailleerder, ofwel interessanter en spannender maakt.

Neem het succes van de beide documentairereeksen Apocalypse (uit 2009 en 2014, regie Isabelle Clarke en Daniel Costelle) over de Tweede en de Eerste Wereldoorlog, waarvan de laatste de afgelopen weken door de VRT is herhaald. Al het materiaal is gerestaureerd in HD en Dolby Digital 5.1. en geremasterd in kleur, en minstens de helft van alle beelden uit die reeks was niet eerder vertoond. Ook die van de serie over de Tweede Wereldoorlog zijn ingekleurd, met uitzondering van beelden over de Holocaust die uit piëteit zwart-wit zijn gelaten. Inmiddels is er een vervolg: Apocalypse: Never-ending War, want de naoorlogse periode bestond opnieuw uit oorlogen, chaos en onzekerheid en vormde de opmaat naar fascisme en communisme.

‘De frontsoldaten verdienen betere beelden dan de schokkerige opnamen die nu van hen in de archieven liggen’

Peter Jackson

They Shall Not Grow Old van Peter Jackson (2018)

Handmatig inkleuren

De huidige, digitale inkleuring kent een lange voorgeschiedenis. De vroegste films werden met de hand ingekleurd, in ateliers waar soms wel tweehonderd vrouwen – die zijn preciezer – werkten. Op elke kopie werd beeldje voor beeldje (per seconde zo’n zestien beeldjes) met een penseeltje verf rechtstreeks aangebracht. Een eentonig, arbeidsintensief en duur proces. Ook werden de filmstroken in een verfbad gedoopt, en na een chemische bewerking kregen donkere gedeelten een kleurenwaas. Toen de films rond 1900 langer werden en handmatige inkleuring daarom te duur werd, stapte de filmindustrie over op semimechanische stencilling: met handgemaakte sjablonen (stencils) kon kleur sneller worden aangebracht. Eind jaren zestig was men zover dat zwart-witanimatiereeksen als Mickey Mouse, Betty Boop en Looney Tunes in kleur konden worden uitgebracht.

Tegenwoordig gaat het inkleuren geheel per computer, en dankzij zelflerende programma’s gaat het steeds sneller en accurater. Zo blijkt de nieuwe digitale technologie historisch materiaal niet alleen te kunnen ontsluiten maar het ook te verrijken.

Liplezers

Vorige maand ging in Londen They Shall Not Grow Old in première, een ingekleurde documentaire van Peter Jackson met beelden uit de Eerste Wereldoorlog. Dat zou je niet meteen verwachten van de regisseur van The Lord of the Rings en The Hobbit, maar het heeft te maken met zijn familieverleden: Jacksons opa raakte in 1916 bij de Slag aan de Somme gewond en ontmoette tijdens verlof in Engeland zijn latere vrouw. Ofwel: zonder oorlog geen Jackson, die als kind al gefascineerd raakte door zijn vaders grote verzameling boeken over de Eerste Wereldoorlog. Toen hem werd gevraagd om op basis van het enorme archief van het Imperial War Museum een documentaire samen te stellen, aarzelde Jackson dan ook geen moment. Hij kon in de IVM- en BBC-archieven kiezen uit tachtig uur deels niet eerder vertoond beeldmateriaal en honderden uren audiomateriaal, interviews met veteranen uit de jaren zeventig en tachtig. Hij wilde, verklaarde hij in een interview, ‘deze mannen uit het verleden trekken en hun een menselijk gezicht geven, zodat een hedendaags publiek weer kennis met hen kan maken’.

Liplezers werden ingeschakeld om te achterhalen wat de soldaten op de geluidloze beelden zeiden, waarna hun tekst door acteurs bij de beelden werd ingesproken. ‘In deze documentaire zitten alleen de woorden van mensen die er hebben gevochten. Dus geen historici, geen voice-over.’

Volgens hem oogt They Shall Not Grow Old ‘alsof het twee weken geleden met de modernste camera’s is opgenomen. De frontsoldaten verdienen betere beelden dan de schokkerige opnamen die nu van hen in de archieven liggen.’ Tegenover het bestaande, historische beeld van de Eerste Wereldoorlog wil Jackson het verhaal van de soldaten plaatsen, verteld door de stemmen van de veteranen die de oorlog aan den lijve ondervonden. Kortom, het menselijk aspect staat centraal. De titel is ontleend aan de vierde strofe (bij herdenkingen vaak gebruikt als ‘Ode of Remembrance’) uit het gedicht ‘For the fallen’ van Laurence Binyon:

They shall grow not old, as we that are left grow old. / Age shall not weary them, nor the years condemn. / At the going down of the sun and in the morning, / We will remember them.

Meer over They Shall Not Grow Old