The Negro Motorist Green Book, zo heette de reisgids die tussen 1936 en 1966 jaarlijks werd uitgegeven door Victor Hugo Green, een zwarte postbode uit New York. Het boekje stond vol adressen van hotels, tankstations en uitgaansgelegenheden in de VS waar Afro-Amerikanen welkom waren.
In de film Green Book, gebaseerd op ware gebeurtenissen, heeft de beroemde zwarte pianist Don Shirley (Mahershala Ali) uit New York de gids hard nodig: hij heeft een tournee van twee maanden gepland door de Deep South, waar anno 1962 nog strenge segregatiewetten gelden. In de meeste zalen waar hij zal optreden, worden niet eens zwarte toeschouwers toegelaten. Om problemen onderweg te vermijden, huurt hij een voormalige uitsmijter in als chauffeur en lijfwacht. Deze Tony Vallelonga (Viggo Mortensen), beter bekend als Tony Lip, is van Italiaanse komaf, onopgeleid en onbehouwen – de ultieme tegenpool van verfijnde intellectueel Shirley.
Een klassiek odd-couple-verhaal kortom, op beproefde wijze uitgevoerd met een lach, een traan en een hartverwarmende finale. Hollywood blijft gek op die formule, en Amerikaanse filmkijkers ook, zo blijkt maar weer uit de prijzenregen die momenteel over Green Book wordt uitgestort. Na onder meer de publieksprijs in Toronto en drie Golden Globes zou de film eind februari vijf Oscars kunnen binnenslepen.