‘Ik heb gezegd dat de Marvelfilms geen cinema zijn. Laat me dat even uitleggen.’ Zo begint een opiniestuk van regisseur Martin Scorsese in The New York Times van 4 november jongstleden. Waarom voelde Scorsese, maker van filmklassiekers als Taxi Driver, GoodFellas en Raging Bull, zich geroepen die gewraakte uitspraak nader toe te lichten?
Om te beginnen omdat – en dat gebeurt wel vaker wanneer een opmerking viraal gaat op internet – iedereen er zijn eigen draai aan had gegeven. Vaak in de richting van de eigen politieke, activistische of kleinzielig-gekwetste agenda. Scorseses opmerking, gedaan in het Britse filmblad Empire, was voor sommigen het bewijs dat Scorsese de Marvelfilms slecht vond, een hekel had aan comics, en daarmee neerkeek op al die miljoenen mensen die er wel van houden. In zijn stuk in The York Times neemt Scorsese dat verwijt al in de eerste alinea’s weg: ‘Veel franchisefilms [lees: de Marvelfilms, red.] worden gemaakt door mensen met aanzienlijk talent en kunstenaarschap. Dat zie je meteen op het scherm.’
Scorsese vindt Marvelfilms dus niet slecht gemaakt, ze spreken hem alleen niet aan. Wat hij mist is ‘openbaring, mysterie en echt emotioneel gevaar. Niets staat op het spel. De films zijn gemaakt om te voldoen aan een bepaalde set eisen, en zijn verzonnen als variatie op een beperkt aantal thema’s. Het zijn sequels in naam, maar remakes in de praktijk. Alles aan deze films is onderzocht en officieel goedgekeurd, omdat het tegenwoordig niet anders meer kan. Bij moderne filmfranchises wordt eerst de markt onderzocht en het publiek getest, vervolgens wordt alles doorgelicht en aangepast, dan opnieuw doorgelicht en opnieuw aangepast, totdat de films klaar zijn voor consumptie.’