Het idee voor horrorfilm Midsommar begon niet bij regisseur Ari Aster zelf. Tegen het New Yorkse tijdschrift Vulture verklaarde de 33-jarige regisseur eerder dit jaar dat een Zweedse producent hem een jaar of vier geleden benaderde: ‘Met het nog tamelijk vage idee voor een folk-horrorfilm over Amerikaanse studenten die naar Zweden komen voor het midzomernachtfeest. Waarna ze een voor een worden afgemaakt. Een beetje in de trant van de martelporno in Hostel. Ze hadden het script van Hereditary gelezen en wilden graag een film in die stijl. Mijn eerste impuls was om nee te zeggen, omdat folk-horror niet echt een subgenre is waar ik veel mee heb. Maar mijn relatie was toen net uitgegaan en ik wilde een film over die breuk schrijven. Dus ik dacht, wat nou als ik hun geld aanneem en probeer mijn stukgelopen relatie het verhaal in te smokkelen.’
Dat Aster zo opportunistisch te werk ging had veel te maken met het feit dat zijn debuutfilm Hereditary, ook een horrorfilm, op dat moment nog niet was uitgebracht. Aster wist nog niet dat die film een wereldwijde sensatie zou worden en was allang blij weer geld voor een volgend project te hebben. Aster heeft ook niet echt van het onverwachte succes van Hereditary kunnen genieten, want hij was vorig jaar, toen Hereditary werd uitgebracht, druk bezig met de opnamen voor Midsommar.
Misschien was dat maar goed ook, want de lofzang op Hereditary was zo oorverdovend (‘de engste film van het jaar, misschien wel de engste film ooit’), dat Aster onder enorme druk aan een tweede film had moeten beginnen. Nu hoefde hij zich tenminste weinig van de verwachtingen van het publiek aan te trekken.