Regisseur Ivan Barbosa en scenarioschrijver Roelof Jan Minneboo, twee andere gastcuratoren, presenteren een avond over de zwarte mens in Nederlandse filmproducties. Daarin laten ze fragmenten zien uit de sinterklaasintocht van 1920, De Jantjes (1934) en We zijn er (2016), de door Barbosa gemaakte clip van Typhoon. Daarin krijgt de rapper er met de zweep van langs van zijn witte eigenaar, waarmee hij de zwarte bladzijden uit de koloniale geschiedenis in herinnering wil brengen.
Het is overduidelijk een film met een zwarte signatuur. Toch stelt Barbosa dat de huidskleur van de filmmaker niet bepalend hoeft te zijn voor black cinema. ‘La haine is bijvoorbeeld gemaakt door Mathieu Kassovitz, geen zwarte regisseur. Maar in de film draait het volledig om urban culture in de buitenwijken van Parijs.’
Ook collega-regisseur Michael Middelkoop treedt aan als gastcurator. Tijdens een avond met videoclips doet hij een greep uit het archief van platenmaatschappij Top Notch. In de 25 jaar dat dit toonaangevende en vaak spraakmakende label bestaat, heeft het beeld van zwarte hiphopartiesten volgens Middelkoop een opmerkelijke ontwikkeling doorgemaakt.
De hiphopcultuur uit New York kreeg in Nederland bij Top Notch voor het eerst een eigen geluid, waarbij het in het begin vooral ging om vrijheid van meningsuiting. Platte teksten moesten het zijn, doorspekt met straattaal, vertelt Middelkoop. ‘Hiphoppers moesten geld hebben, en vrouwen. Het liefst van allebei zo veel mogelijk. Daarna begonnen sommige artiesten geleidelijk hun afkomst centraal te stellen. Typhoon ging op een poëtische, haast spirituele manier op zoek naar zijn roots, terwijl rapper Fresku zichzelf een spiegel voorhield en zijn teksten van milde ironie voorzag.’