Dromend van een grootse carrière vertrekt Jack Nicholson op achttienjarige leeftijd naar Hollywood. Het duurt niet lang voordat de beginnende acteur in kleine rollen wordt gecast, maar doorbreken blijkt lastig. De Amerikaanse cinema van de jaren vijftig wordt immers gedomineerd door pretty boys als Marlon Brando en James Dean — een esthetische norm waar Nicholsons karakteristieke uiterlijk niet aan voldoet.
Evenals Brando en Dean gelooft Nicholson heilig in de kracht van method acting: persoonlijke emoties en ervaringen gebruiken om een geloofwaardig personage neer te zetten. Dat Nicholson daarmee een inkijkje geeft in zijn eigen complexe belevingswereld is het uitgangspunt van de documentaire De vele gezichten van Jack Nicholson (Dr. Jack et Mr. Nicholson), zaterdag 1 augustus te zien in Close up. Want hoewel hij uiteindelijk in meer dan zestig films speelde, is er een duidelijke rode lijn. In zijn eigen woorden: ‘Ik ben tenminste 75 procent van elk personage dat ik speel.’
Nicholson is intelligent, eigenzinnig en prettig gestoord. Als groot liefhebber van Europese cinema raakt hij eind jaren zestig nauw betrokken bij de nieuwe generatie Amerikaanse filmmakers, die zich lieten inspireren door auteursfilms van bijvoorbeeld Jean-Luc Godard en François Truffaut. In dit post-klassieke Hollywood lukt het Nicholson om het niveau van weinig memorabele rollen te ontstijgen: hij wordt gecast als de alcoholische advocaat George Hanson in Easy Rider (1969), de onafhankelijke roadmovie van Dennis Hopper en Peter Fonda. ‘Hij beviel me meteen al. Hij lag met zichzelf overhoop en had toch een heldere kijk op de buitenwereld. Soms is hij een beetje geschift, maar hij had heel veel in zich waar ik achter kon staan,’ vertelt Nicholson over zijn personage in de cultfilm. Terwijl hij slechts vijftien minuten in beeld verschijnt, maakt Nicholson een verpletterende indruk en wordt hij beloond met een Oscarnominatie. Vijftien jaar na zijn aankomst in Hollywood is Nicholson een ster en koopt hij trots een villa naast Marlon Brando.