Eerder over het hoofd gezien, nu alsnog uitgebracht in Nederland: het Amerikaanse indiedrama The Last Black Man in San Francisco. De liefde die in deze debuutfilm is gestopt, spat van het scherm.

Jimmie Fails, hoofdpersoon van The Last Black Man in San Francisco, hoort in de bus twee jonge vrouwen tegen elkaar klagen over San Francisco. ‘Klotestad. Ik kwam hier voor Janis Joplin en Jefferson Airplane, niet om in een fucking startup te gaan werken.’

‘Ja joh, laten we naar LA verhuizen, deze stad is dood.’

Jimmie kan het niet aanhoren. ‘Hé, sorry hoor,’ mengt hij zich in het gesprek. ‘Je mag San Francisco niet haten.’

De vriendinnen kijken hem meewarig aan.

‘Hou je ervan?’ vraagt Jimmie. ‘Je mag de stad alleen haten als je ervan houdt.’

Dat de makers van The Last Black Man van hun stad houden, staat buiten kijf. En dus hebben ze alle recht om erover te klagen. En dat doen ze. Over het rijke, witte importvolk dat de mooiste wijken overnam en de oorspronkelijke (zwarte) bewoners naar de achterbuurten verdreef. Over de huizenprijzen die inmiddels tot de hoogste van de wereld behoren. Over het gebrek aan historisch besef onder de nieuwe bewoners.

Toch overwint uiteindelijk de liefde. Meer nog dan een jammerklacht is The Last Black Man een – weliswaar weemoedige – liefdesbrief aan de heuvels, de baai, de architectuur en vooral de excentrieke bewoners van San Francisco. Het wordt allemaal even poëtisch als trefzeker gepresenteerd, met oogstrelend camerawerk en weelderige orkestmuziek.

Victoriaanse villa

Het losjes vertelde, licht surreële verhaal draait dus om Jimmie Fails, een Afro-Amerikaanse twintiger die als kind in een Victoriaanse villa in de binnenstad woonde, die zijn vader op den duur niet meer kon betalen. Sindsdien zwerft Jimmie door de stad: hij woonde een poos met zijn vader in een auto, verbleef in een tehuis en logeert nu alweer tijden bij zijn beste vriend Montgomery, een verstrooide toneelschrijver. Die oude villa laat Jimmie echter niet los. Als hij verneemt dat het pand leeg komt te staan, besluit hij het met Montgomery te gaan kraken.

Jimmie Fails wordt gespeeld door een debuterende acteur die ook Jimmie Fails heet. Dat is uiteraard geen toeval, Fails speelt een variant op zichzelf. Regisseur Joe Talbot, eveneens debutant, is zijn beste vriend en vond Fails’ leven zo interessant dat hij het wilde verfilmen.

Fails (1994) en Talbot (1991) groeiden beiden op in San Francisco en ontmoetten elkaar als tieners in een park waar ze vaak rondhingen. Het project dat The Last Black Man zou worden, begonnen ze in die tijd al te ontwikkelen. In 2015 namen ze vast een korte sfeerimpressie op en zette die met een Kickstarter-campagne op internet. De respons op het filmpje was overweldigend: naast vele donateurs meldden zich ook geïnteresseerde producenten en acteurs, onder wie San Francisco-bewoner Danny Glover (die uiteindelijk de rol kreeg van Montgomery’s opa). Vier jaar later ging de voltooide film in première op het Sundance-festival, waar hij meteen twee prijzen in de wacht sleepte.

Jonathan Majors en Jimmie Fails in The Last Black Man in San Francisco

Politiek

Als een film The Last Black Man in San Francisco heet en thema’s als gentrificatie, ras en armoede behandelt, verwacht je een uitgesproken politieke productie. En tot op zekere hoogte klopt dat ook wel. In de VS wordt de film vaak in één adem genoemd met een aantal andere recente indiefilms die een kritische blik werpen op San Francisco (en omgeving), zoals Sorry to Bother You en Blindspotting. Dat wekt de suggestie dat er sprake is van een soort beweging.

Toch zijn Fails en Talbot geen typische angry young men. In interviews nuanceren ze het politieke gehalte van hun film. Zo zegt Fails in Vanity Fair: ‘Er wordt weleens afkeurend gezegd dat Joe als witte regisseur een zwart verhaal wil vertellen, maar zo is het niet. Hij vertelt gewoon het verhaal van zijn vriend, en die is toevallig zwart.’

Oftewel: The Last Black Man draait meer om het persoonlijke dan het algemene. Sterker nog: de film lijkt soms meer een collage van losse, persoonlijke indrukken dan een echt verhaal met kop en staart – en is op die momenten eigenlijk op z’n best. Neem de eerste vijf minuten, waarin Jimmie en Montgomery samen op één skateboard door de binnenstad zweven – een prachtscène die prima op zichzelf kan staan. Ook mooi gevonden: de intermezzo’s rond een groepje jeugdvrienden van Jimmie, die doelloos op straat hangen en als het koor in een Grieks drama commentaar leveren.

Saillant detail: een van die straatjongens wordt gespeeld door acteur Jamal Trulove, die vóór de opnames zes jaar opgesloten zat wegens de vermeende moord op een vriend. In 2015 dook er echter bewijs op dat hij er was ingeluisd door twee corrupte agenten. Trulove klaagde de stad San Francisco aan en ontving rond de tijd dat de film uitkwam een compensatiebedrag van ruim dertien miljoen dollar.

Als Joe Talbot nog eens een waargebeurd verhaal over een zwarte man in San Francisco wil vertellen, hoeft hij dus niet ver te zoeken.

Meer over The Last Black Man in San Francisco