Filmmaker Terrence Malick houdt graag zijn opties open: zijn acteurs weten nooit zeker of ze de eindmontage zullen halen, zijn cameraman kan zomaar opdracht krijgen alle plannen los te laten om een mooie wolk te filmen. Dus toen Malick voor zijn epos The Tree of Life (2011) de oerknal wilde nabootsen, had hij geen zin om alles te laten voorprogrammeren in een computer. Hij zocht iets spontaners; effecten die tijdens het filmen zelf zouden ontstaan.
En in zijn ogen was er maar één man die dat kon realiseren: Douglas Trumbull, de kunstenaar/uitvinder die onvergetelijke beelden schiep voor klassiekers als 2001: A Space Odyssey en Blade Runner. Probleem was alleen dat Trumbull ruim vijfentwintig jaar eerder vol frustraties Los Angeles was ontvlucht. Sindsdien zat hij ergens op een boerderij in Massachusetts te experimenteren met nieuwe cinematechnieken, niet meer van plan ooit nog aan een Hollywoodfilm mee te werken. Toen Malick hem zijn eigenzinnige wensen voorlegde, raakte Trumbull echter zo enthousiast dat hij niet kon weigeren. De mannen bouwden samen een laboratorium waarin ze aan de slag konden met watertanks, rook, chemische reacties en wat er verder ook maar in ze opkwam. Het resultaat, te zien in The Tree of Life dus, is van een buitenaardse schoonheid.