Groot is het oeuvre van filmmaker Wong Kar Wai niet, maar wat hij maakte is wel fantastisch. Vrijwel al zijn films zijn digitaal gerestaureerd en zes ervan worden binnenkort opnieuw landelijk uitgebracht.

De aandacht van filmmaker Wong Kar Wai voor details – sommigen noemen het een obsessie – is legendarisch.

Bij In the Mood for Love (2000) moest actrice Maggie Cheung zich voor elke scène in een andere nauwsluitende cheongsam – een traditionele Chinese jurk – persen en was ze elke dag vijf uur bezig met haar make-up en het opsteken van haar haar. En dat terwijl de opnamen voor dit ultraromantische drama maar liefst vijftien maanden in beslag zouden nemen. Vijftien maanden non-stop filmen, want Wong werkt niet met voltooide scenario’s, hij vindt zijn verhalen op de set.

Dat dit veel geduld vraagt van zijn acteurs merkten ook Tony Leung en Leslie Cheung uit het gay liefdesdrama Happy Together (1997). Toen ze in het vliegtuig naar Buenos Aires stapten, kregen ze van Wong te horen: ‘We gaan een roadmovie opnemen in Argentinië, maar ik weet nog niet waar we beginnen en waar we zullen eindigen.’ Uiteindelijk trokken ze twee jaar lang door Argentinië met Wong.

Maar het fraaiste staaltje van Wongs curieuze mix van improvisatie en drang naar perfectionisme vond plaats op de set van The Grandmaster (2013), een biopic over vechtkunstenaar Ip Man, de leraar van Bruce Lee. Toen de indrukwekkende openingsscène eindelijk was opgenomen, besloot Wong dat het toch opnieuw moest. De gecompliceerde vechtscène vol versnelde en vertraagde beelden stond er weliswaar prima op, maar Wong had plotseling bedacht dat het beter zou zijn wanneer zijn hoofdpersonage, Ip Man, in die scène een hoed zou dragen.

In zijn films gebruikt Wong Kar Wai veel elementen uit genrefilms, maar ze zijn doortrokken van zijn unieke sensibiliteit en zitten vol kunstzinnige beelden

Tony Leung en Maggie Cheung in In the Mood for Love (2000)

Hong Kong Cinema

Wong Kar Wai wordt in 1958 geboren in Shanghai, China en als hij vijf jaar oud is nemen zijn ouders hem mee naar de dan nog Britse kolonie Hongkong. Ze willen China’s Culturele Revolutie ontvluchten en mogen de kleine Kar Wai meenemen, maar zijn oudere broer en zus niet. Het is een familietragedie die veel indruk zal maken op Wong en van grote invloed is geweest op zijn latere werk als filmmaker.

Wong studeert een tijdje grafisch ontwerp, maar rolt via de televisie de filmwereld in. Hongkong is in de jaren tachtig en negentig van de vorige eeuw hofleverancier van films voor heel Azië en perst er de ene na de andere genrefilm uit. Alle genres komen aan bod (van komedies en horror en seksfilms), maar het meeste succes hebben de Hongkongse filmmakers met hun politiedrama’s en vechtfilms. Lopendebandwerk, opgenomen in amper een week tijd.

Wong is met zijn tijdrovende en geldverslindende manier van werken een uitzondering op de regel, maar tegelijkertijd is hij toch ook een product van de Hong Kong Cinema. In zijn films gebruikt hij namelijk veel elementen uit de genrefilms, maar ze zijn wel doortrokken van zijn unieke sensibiliteit en zitten boordevol prachtige kunstzinnige beelden (vaak geschoten door cameraman Christopher Doyle). Dit resulteert in genrefilms voor het filmhuis: ze zijn voor een klein publiek, maar razendpopulair op de prestigieuze festivals.

Leslie Cheung en Tony Leung in Happy Together (1997)

Neonlicht

De Amerikaanse regisseur Quentin Tarantino is zelfs zo onder de indruk van Wongs Chungking Express (1994) dat hij de film in 1995 naar de VS haalt via zijn zojuist opgerichte Rolling Thunder Pictures, omdat ‘het de droom van elke filmgek is om films naar Amerika te halen die hier anders nooit waren uitgebracht’.

Zowel Tarantino als Wong zullen in hun carrières vaak het verwijt krijgen dat ze films maken waarin de vorm belangrijker is dan de inhoud. Dat hoe ze het zeggen belangrijker is dan wat ze zeggen. Misschien hebben de criticasters ook wel een punt, maar het zijn achterhoedegevechten, want een nieuwe film van Wong of Tarantino is altijd weer een belevenis. En dat de vorm de inhoud overschaduwt wil nog niet zeggen dat er helemaal geen inhoud is. Hooguit dat er heel veel vorm is.

Want het energieke, in neonlicht badende Chungking Express is inderdaad prachtig om te zien, maar de eenzaamheid van de dolende personages, die er maar niet in slagen contact te maken met de mensen om hen heen, is wel degelijk een zeer belangrijk en persoonlijk onderwerp voor Wong. Het keert niet voor niets in veel van zijn films terug.

In interviews verwijst Wong altijd naar zijn eerste jaren in Hongkong. Hoe eenzaam hij zich daar voelde omdat hij was afgesneden van zijn broer en zus, en hoe moeilijk hij contact kon leggen met andere kinderen, omdat ze in Shanghai een andere taal spraken dan het Cantonees in Hongkong, dat hij pas op twaalfjarige leeftijd leerde spreken.

Michelle Reis en Takeshi Kaneshiro in Fallen Angels (1995)

4K-restauratie

Keerzijde van het perfectionisme van Wong is wel dat hij in ruim dertig jaar tijd slechts tien films heeft gemaakt – drie daarvan leverde hij de afgelopen twintig jaar af. Zijn meest recente, The Grandmaster, dateert alweer van 2013. Wong heeft sindsdien wel gewerkt aan een serie voor Amazon (Tong Wars), maar daar is inmiddels de stekker uit getrokken. Momenteel schijnt hij bijna klaar te zijn met zowel een film als een serie gebaseerd op Jin Yuchengs roman Blossoms.

Tot het zover is zullen we het moeten doen met zijn oude films, die onlangs – overzien door Wong zelf – bijna allemaal digitaal zijn gerestaureerd.

In samenwerking met Cinéart brengt Eye Filmmuseum zes films van Wong Kar-wai opnieuw landelijk uit: In the Mood for LoveChungking ExpressFallen AngelsHappy Together, 2046 en The Hand (uit de omnibusfilm Eros). Met uitzondering van de laatstgenoemde zijn ze gerestaureerd in 4K en vanaf 10 juni kunnen ze bekeken worden in Eye Filmmuseum en in landelijke theaters.