Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
Rode draad in de door Spike Lee geregisseerde concertfilm American Utopia is de persoonlijke verandering van voormalig Talking Heads-voorman David Byrne. Maar ook grote thema’s als immigratie, democratie en racisme komen voorbij.
cadeautje
Wanneer Chris Frantz begin jaren zeventig op de Rhode Island School for Design medestudent David Byrne voor het eerst ontmoet heeft Byrne ‘een volle Raspoetinbaard en kortgeknipt haar’, loopt hij steevast rond in ‘tweedehands kleren en spreekt hij met vrijwel niemand’.
Maar hij kan zingen, speelt ook nog gitaar en Frantz, die zelf heel aardig kan drummen, wil een band beginnen, dus worden hij en Byrne vrienden. Samen richten ze in 1973 The Artistics op.
De band wordt het volgende jaar alweer opgeheven, maar met Frantz’ vriendin Tina Weymouth, die zichzelf heeft leren bas spelen, maken ze in 1975 een doorstart. Als Talking Heads.
Talking Heads – in 1977 uitgebreid met toetsenist Jerry Harrison – blijkt een sensatie. Speelt al post-punk voordat punk goed en wel begonnen is en zal later elementen uit de wereldmuziek verwerken in hun eigenzinnige, licht hysterische, maar razend populaire nummers. Grote hits zijn Psycho Killer, Once in a Lifetime en Road to Nowhere. In 1984 is de concertfilm Stop Making Sense – met Byrne in oversized pak – wereldwijd een grote hit. Mensen dansen extatisch tussen de stoelen.
Maar als we Frantz in zijn vorig jaar verschenen autobiografie Remain in Love mogen geloven, kreeg Byrne al snel het idee dat alleen hij de band was. Zo liet Byrne Weymouth tot drie keer toe auditie doen voor de positie van bassist. Claimde hij dat nummers waar de hele band aan had bijgedragen alleen van zijn hand waren. En startte hij onaangekondigd allerlei nevenprojecten.
Het is achteraf een wonder dat de leden van Talking Heads het uiteindelijk nog zo lang met elkaar hebben uitgehouden, maar in 1991 wordt de band dan toch opgeheven. Frantz en de andere bandleden moeten het lezen in de krant, want Byrne had hen daarover niet ingelicht.
Broadway
Waarom deze vuile was uit de pophistorie weer buiten hangen? Omdat online sinds kort David Byrne’s American Utopia te zien is. Alweer een opmerkelijke concertfilm met David Byrne in de hoofdrol. Een registratie van de gelijknamige show die hij in 2019 gaf op Broadway, met ongeveer evenveel solonummers als Talking Heads-songs.
En rode draad in dat concert is persoonlijke verandering. De Byrne van nu is heel anders dan de Byrne van toen, is de boodschap. En de dingen hij destijds bij de Talking Heads heeft uitgehaald, zo liet de inmiddels 68-jarige zanger in interviews weten, zou hij nu nooit meer zo doen.
Anders dan bij veel popconcerten vertellen de nummers in het fraai gechoreografeerde American Utopia samen een verhaal. Met een duidelijk begin, midden en eind. Het concert begint met alleen Byrne op het podium. Hij zegt zich opgesloten te voelen in zijn eigen hoofd. Maar gaandeweg vindt hij een groep mensen bij wie hij zich prettig voelt, en één voor één voegen muzikanten zich bij hem op het podium. Zodoende leert hij contact te maken met de buitenwereld. En uiteindelijk – aan het einde van het concert – hossen ze met z’n allen uitgelaten door de zaal op de klanken van het Talking Heads-nummer Road to Nowhere.
Spiegel
Zijn stap van binnen- naar buitenwereld is niet de enige verandering waar Byrne het in American Utopia over wil hebben. Ook grote thema’s als immigratie, democratie en racisme komen voorbij. Tegen het einde van het concert stelt Byrne dat ‘iedereen moet veranderen’. Waarna hij het nummer Hell You Talmbout van Janelle Monáe inzet. Een nummer waarin achter elkaar de namen van zwarte slachtoffers van politiegeweld worden gescandeerd.
Byrne vroeg vooraf aan Monáe of ze het goed vond dat uitgerekend hij – een witte man op leeftijd – haar protestlied zou gaan zingen. En Monáe had geen bezwaar, het is immers een kwestie die de hele mensheid aangaat.
Saillant is wel dat toen American Utopia vorig jaar in de VS in de bioscoop werd uitgebracht, naar buiten kwam dat de zanger zelf ooit blackface had gebruikt. In een paar promotiefilmpjes voor Stop Making Sense had hij, zwart en bruin geschminkt, zichzelf geïnterviewd.
Toen een journalist hem daarop wees, besloot Byrne – die zei dat hij de filmpjes vergeten was – dat meteen openbaar te maken en zijn excuses aan te bieden. Op social media schreef hij: ‘Ik zie nu dat het grove fout was, waaruit blijkt dat ik toen weinig van de kwestie begreep. Het is alsof je in een spiegel kijkt en ineens iemand anders ziet. Je bent niet, of was niet wie je altijd dacht dat je was.’
Byrnes online excuses werden zowaar aanvaard. Al zal het geholpen hebben dat de zwarte filmmaker-activist Spike Lee (Malcolm X, BlacKkKlansman) zich achter hem opstelde. De New Yorkers Byrne en Lee zijn al jaren bevriend en Lee is ook de regisseur van concertfilm American Utopia. Lee begreep dat bij persoonlijke verandering hoort dat je leert van fouten die je eerder in je leven gemaakt hebt.
In een groot dubbelinterview over de film in Esquire zei hij daarover: ‘Ik snap David wel. Je moet gewoon elke dag proberen het beter te doen. Een van de belangrijkste dingen die ik ooit gelezen heb, was toen ik nog op de filmacademie zat. Je moet weten dat Akira Kurosawa een van mijn favoriete regisseurs is. Ik weet niet meer of hij voor de promotie van Ran of een van zijn andere latere films in Amerika was, maar een interviewer zei tegen hem, en ik parafraseer: “U bent een van de allergrootste filmmakers ooit. Op dit punt in uw leven moet u alles al weten.” Waarop Kurosawa reageerde: “Er ligt nog een eeuwigheid van leren voor me.” Toen hij dat zei was het alsof ik door de bliksem getroffen werd. Een van mijn favoriete filmmakers, in de herfst van zijn carrière, die zei dat hij nog zo veel te leren had. Wow. Ik hoop dat ook ik blijf leren tot de dag dat ik mijn laatste adem uitblaas.’