Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.
In docu The Mole Agent duikt de 83-jarige Sergio onder in een verpleeghuis. Maar er komen totaal andere ontdekkingen dan verwacht aan het licht.
cadeautje
Lopen de oudjes niet met poepluiers rond? Hoe zien de wc’s eruit en behandelt de verpleging haar bejaarde inwoners wel goed? In de licht absurdistische docu-fictie The Mole Agent (Chili, 2020) dient ‘mol’ Sergio, een 83-jarige weduwnaar op zoek te gaan naar antwoorden op kritische vragen over het reilen en zeilen binnen verpleeghuis ‘San Francisco’. Sergio doet dat in opdracht van privédetective Romulo, die de klus op zijn beurt kreeg van de dochter van Sonia Perez, een hoogbejaarde inwoner van het rusthuis. De vrouw vermoedt namelijk dat haar moeder er wordt mishandeld.
Uitgerust met moderne smartphone en geavanceerde camerabril laat de hoogbejaarde mol zich ‘opsluiten’ achter het hek van San Francisco om daar vervolgens drie maanden lang met de ouden van dagen te leven. Sergio’s undercoveroperatie werpt echter licht op iets onverwachts. Niet alleen is de kijker getuige van de vele diepgaande relaties die Sergio met verschillende medebewoners aangaat. Ook blijkt uit Sergio’s verslagen dat het bejaardentehuis vooral met één hardnekkig probleem te kampen heeft: de tergende eenzaamheid die ouderen voelen omdat familieleden en/of vrienden hen niet of nauwelijks opzoeken.
‘De film is herkenbaar en legt een universeel thema bloot,’ legt Caroline Wassenaar uit die voor de VPRO Gids de documentaire bekeek. Als mantelzorger en vrijwilliger komt Wassenaar ruim tien jaar in verschillende verpleeghuizen, voornamelijk op afdelingen met demente ouderen. ‘In de praktijk komt het vaak voor dat inwoners van een verpleeghuis zich eenzaam voelen ten gevolge van hun ziekte en de bijbehorende verwarring. Daar komt bij dat familieleden het moeilijker vinden om contact te maken met ouderen die kampen met hersenziekten en zich daarom anders gedragen. Ook zijn er familieleden die gehaast binnenkomen, even een wasje ophalen en er dan snel vandoor gaan. Echt wezenlijk contact ontbreekt dan.’
‘De arena van de film is veelzeggend,’ vervolgt Wassenaar. ‘Je hebt mensen achter het hek, degenen die niet goed functioneren en daardoor niet meer goed passen in de maatschappij. En de mensen voor het hek, degenen die leven in een ratrace waar aandacht voor elkaar vaak ontbreekt. Je kunt je soms wel afvragen wie er nou daadwerkelijk goed functioneert. Je hoeft geen deskundige te zijn om contact te hebben met ouderen. Neem Sergio. Hij gaat ‘gewoon’ naast de inwoners zitten. Hij kijkt en luistert en is daadwerkelijk aanwezig. En dan zie je als kijker dat er ook iets ontstaat. Namelijk, wederkerigheid in de vorm van vriendschap.’