Gelukkig is Ahed’s Knee sinds kort wel te zien in Nederland, namelijk op MUBI, een streamingdienst voor liefhebbers van arthouse, waarop elke dag een nieuwe film verschijnt in een steeds roulerend aanbod. In de film volgen we een regisseur genaamd Y (Avshallom Pollak) die in een afgelegen dorpje in de Araba-regio van Israël een vertoning bijwoont van een van zijn films. Hij wordt ontvangen door een werknemer van het Ministerie van Cultuur (Nur Fibak) die hem vraagt een formulier te ondertekenen. Daarin staat dat hij bij de vertoning alleen over vooraf bepaalde, door de regering goedgekeurde onderwerpen mag praten. Het triggert een enorme woede in Y, die baalt van ‘het verrotte land’ waarin hij leeft, waar het vrije kunstenaarschap niet zou bestaan, en geen ruimte is voor een kritische blik.
Met wervelende, onrustig gefilmde beelden maakt Lapid die frustratie uiterst invoelbaar. Als kijker zijn we deel van de onstuimige leefwereld van Y, die naast woede ook verdriet voelt over zijn moeder, die stervende is aan longkanker. Omdat Lapids eigen moeder (editor Era Lapid, die veel van zijn films monteerde) ook stierf aan de ziekte, krijgt het moeder-zoon motief iets heel persoonlijks. Het zorgt er ook voor dat Y menselijker wordt: niet alleen is hij die razende chagrijn, er zit ook genegenheid in hem. Liefdevol stuurt hij video’s naar zijn moeder van plekken die hij bezoekt, en eigenlijk wil hij niets liever dan een knuffel van iemand die naar hem luistert.
Onder alle razernij in Ahed’s Knee, dat op het afgelopen filmfestival in Cannes de juryprijs won, zit dus een warm hart. Het is fascinerend om te zien hoe Lapid die twee uitersten aan elkaar rijgt in deze unieke film.