‘Ik heb echt geen idee hoe de verschillen in gelijkheid of klasse zijn op te lossen. Het enige wat ik kan doen is ze aan het publiek voorleggen en hopen dat ze met hun eigen antwoorden komen. Dat is mijn taak als filmmaker: de wereld helpen bij het zoeken naar antwoorden. Alleen types als Joseph Goebbels denken dat ze het antwoord weten. Mijn taak als kunstenaar is vragen stellen, wat ik doe door mijn persoonlijke en intieme indrukken met jullie te delen. En wat ik nu zie is dat we diep in de problemen zitten. Kijk maar om je heen. Hoe zijn we in vredesnaam in een wereld beland waar een paar mensen alles bezitten? Ik zeg daarmee niet dat we de kant van het Sovjetcommunisme op moeten gaan, want ik was daar in 1984 en dat systeem was kapot. Maar toen was er in ieder geval nog een ander politiek stelsel. Tegenwoordig hebben we er maar één: het kapitalisme. De markt is God geworden. (...) Waarom hebben we het daar nooit over in films? Waar blijft de kritiek op het kapitalisme, dat schandalige ongelijkheid veroorzaakt heeft?’
Dit vlammende en emotionele betoog hield de Amerikaanse filmmaker James Gray tijdens de persconferentie voor zijn film Armageddon Time op het afgelopen filmfestival van Cannes. Nota bene als antwoord op de vraag hoe Gray ondanks zijn politieke engagement er toch altijd weer in slaagt geen prekerige of didactische films te maken. Omdat Gray de antwoorden dus ook niet heeft. Daar is hij heel eerlijk in. Als kunstenaar kan hij de problemen wel signaleren, maar oplossen kan hij ze niet. Ook niet in Armageddon Time, zijn achtste film inmiddels.