‘Weet je wat ze in Holland op friet doen in plaats van ketchup?
Wat?
Mayonaise.
Ga weg!
Echt man, ik heb het ze zien doen, ze verdrinken hun frieten in die shit.’
In deze inmiddels iconische scène uit Quentin Tarantino’s hippe misdaadklassieker Pulp Fiction (1994) bespreken huurmoordenaars Jules en Vincent de ‘kleine verschillen’ tussen Amerika en Europa. Als Nederlander ben je altijd extra kritisch wanneer ‘Holland’ in een film ter sprake komt, maar er is geen woord van gelogen. We verdrinken onze frieten inderdaad in mayonaise.
Quentin Tarantino kon het weten, want toen hij in 1992 het script voor de film schreef leefde hij in Amsterdam. Zijn debuutfilm Reservoir Dogs draaide op het festival van Cannes en Amsterdam werd Tarantino’s uitvalbasis voor de Europese festivaltour van die film. Tussen alle plichtplegingen door werkte hij aan wat zijn beste film zou worden: Pulp Fiction.
Dat deed hij overigens niet alleen. De Canadees Roger Avary (1965), een goede vriend van de twee jaar oudere Tarantino, kwam ook naar Amsterdam en schreef mee.