Regisseur Douglas Sirk (1897-1987) stond in de jaren vijftig bekend als de meester van het Hollywood-melodrama. Tranentrekkers als All That Heaven Allows (’55), Written on the Wind (’56) en Imitation of Life (’59) gingen er bij het grote publiek in als zoete koek. Doorgaans waren de critici echter minder enthousiast: met zijn nadruk op huis-, tuin- en keukentragiek zou Sirk vooral sentimentele vrouwenfilms hebben gemaakt.
Intussen is dat beeld flink bijgesteld. Terwijl het moderne publiek Sirk min of meer is vergeten, wordt hij door kenners nu wel gerekend tot de groten. De herwaardering begon in de jaren zeventig, toen Europese cineasten als Godard en Fassbinder zich lovend over hem uitspraken. Achter zijn opzettelijk kitscherige stijl school een kritische blik op maatschappelijk onrecht, stelden zij. En die tragische plots waren in feite realistischer dan veel typische Hollywoodsprookjes.
Dat Sirks voorkeur voor drama en tragiek niet uit de lucht kwam vallen, wordt boeiend aangetoond in de Arte-docu Douglas Sirk – Meister des Melodramas, waarin bewonderaars als regisseur Todd Haynes (Carol) en biograaf Jon Halliday aan het woord komen. De focus van de film ligt niet zozeer op zijn carrière, maar vooral op zijn roerige persoonlijke geschiedenis. Sirk werd in Hamburg geboren als Hans Detlef Sierck en was in vooroorlogs Duitsland al een succesvol cineast.
Nadat zijn echtgenote actief werd in de nazipartij, scheidde hij van haar en hertrouwde met een Joodse vrouw, met wie hij ten slotte naar de VS vluchtte. Intussen maakte zijn zoon Klaus, uit het eerdere huwelijk, furore als kindacteur in de nazicinema. Omdat hij onmogelijk contact met de jongen kon hebben, zag Sirk hem opgroeien via die nazifilms. Tot in 1944 het bericht kwam dat Klaus als soldaat was omgekomen in Rusland.
Hoe deze geschiedenis doorwerkte in Sirks carrière – bijvoorbeeld in zijn vaderlijke omgang met acteur Rock Hudson, die even oud was als Klaus en maar liefst negen films met Sirk maakte – wordt in de docu mooi inzichtelijk gemaakt.