De film in tien woorden
Twee Zweedse kinderen groeien op in een liefdevolle, speelse theaterfamilie.
Gekozen door
Zomergast Bessel van der Kolk (1943) is psychiater en traumaspecialist. Hij is hoogleraar aan de Boston University School of Medicine en voorzitter en medeoprichter van de Trauma Research Foundation. Zijn onderzoek naar de effecten van trauma op het lichaam leidde tot meerdere publicaties, waaronder de New York Times-bestseller The Body Keeps the Score, dat in veertig talen werd vertaald. De uitzending is op 28 augustus 2022 vanaf 20.20 uur te zien op NPO 2.
Setverhalen
Toen de film uitkwam in 1982 was Fanny & Alexander de grootste en duurste Zweedse filmproductie ooit. De legendarische regisseur Ingmar Bergman kondigde aan dat het zijn laatste filmproject zou zijn, na een imposante carrière waarin hij meer dan veertig films en honderdzeventig toneelstukken maakte. In de jaren erna regisseerde hij weliswaar nog een aantal televisiefilms, toch voelt Fanny & Alexander in alles als Bergmans zwanenzang.
In de autobiografische film, die warmer is dan het gros van zijn andere werk, blikt Bergman terug op zijn kinderjaren. In een van zijn dagboeken schreef hij ten tijde van de film: ‘Ik wil nu eindelijk een keer de vreugde laten zien die ik ondanks alles in me draag, vreugde die ik zo zelden en zo slecht in mijn werk heb laten zien.’
Het personage dat gebaseerd is op Bergman werd gespeeld door de toen tienjarige Bertil Guve. De regisseur koos hem omdat hij ‘acteerde met zijn ogen’, zo herinnert Guve zich in gesprek met The Guardian. De Zweedse acteur kreeg van tevoren niet te horen waar de film over ging. Omdat die chronologisch werd opgenomen, leerde Guve vanzelf hoe het verhaal zich zou ontvouwen.
De eerste versie van het scenario bestond uit ongeveer duizend handgeschreven pagina’s. Dat vertaalde zich naar ruim 25 uur aan opgenomen beeldmateriaal. De daaruit resulterende film duurt ruim drie uur, maar Fanny & Alexander werd een jaar later ook uitgebracht als vijfdelige televisieserie, die in totaal twee uur langer duurt en door velen als de superieure versie wordt gezien. Bergman had dan ook veel moeite met de montage van de bioscoopversie, omdat hij voor zijn gevoel ‘in de zenuwen en levensaderen van de film moest snijden’.