Van exotisch fruit, panna cotta en zorgvuldig versierde taarten tot mosselen, luxe salades en escargots — op de bovenste verdieping van een verticale gevangenis wordt dagelijks een uitgebreid feestmaal bereid en op een soort lift gezet. Het betonnen plateau vol lekkernijen schuift steeds een verdieping omlaag, waar twee celgenoten enkele minuten mogen eten. In de praktijk wordt eten echter schransen, dus is het plateau na vijftig verdiepingen slechts gevuld met afgekloven botten en lege schalen. En dan is de voedseldistributie nog niet eens halverwege.
In de dystopische sciencefictionfilm El hoyo (The Platform) is de solidariteit ver te zoeken, tot verbazing van nieuwkomer Goreng. Eerlijk rantsoeneren zodat ze onderaan de ladder niet elkáár hoeven te verorberen: dat doe je toch voor je medemens? Als politieke allegorie is het Spaanse El hoyo kraakhelder, maar de debuutfilm van Galder Gaztelu-Urrutia is niet enkel kritisch op het kapitalisme en de ongelijke verdeling van welvaart. De gevangenen worden iedere maand namelijk overgeplaatst naar een willekeurige, andere verdieping, waardoor zij allen zowel de luxe van boven als de strijd van beneden kennen.
‘De film spreekt onze verantwoordelijkheid als individuen aan, want het individu moet het initiatief nemen. Als we de huidige situatie willen verbeteren, kunnen we niet wachten tot overheden of grote bedrijven iets veranderen,’ vertelde Gaztelu-Urrutia vorig jaar aan Cineurope tijdens het Sitges Film Festival, waar El hoyo onder meer de prijs voor beste film won. ‘Niemand wordt direct aangevallen door de film, ook niet de mensen op de bovenste verdiepingen. Het gaat erom wat jij zelf zou doen als je op een bepaalde verdieping zou zitten.’
Goreng wordt de eerste keer wakker op verdieping 48. Smakelijk ziet het plateau er tegen die tijd niet meer uit, toch moet Goreng het er volgens zijn celgenoot Trimagasi juist nu van nemen. Wie weet waar je de volgende maand belandt. Zodra het plateau weer afdaalt, plast en spuugt Trimagasi naar beneden, ‘want dat doen ze boven ons toch ook’.