Hoe succesvoller een acteur, hoe kleiner de kans op een interview. Dat geldt tegenwoordig niet alleen meer voor de goden van het witte doek, maar ook voor televisieacteurs. Toen Michael C. Hall tien jaar geleden de homoseksuele begrafenisondernemer David Fisher speelde in Six Feet Under, liet hij zich nog wel eens persoonlijk bevragen. Maar sinds hij in 2006 de hoofdrol op zich nam in Dexter, behoort hij tot de klasse der onaanraakbaren. Wie Hall tegenwoordig wil spreken, dient zijn toevlucht te nemen tot een telefonische junket. Dat gaat zo: op een afgesproken tijdstip draai je samen met twintig andere journalisten uit de hele wereld een nummer in Los Angeles en kun je via de telefoniste een of twee vragen stellen aan Michael. Wie pech heeft, belandt vervolgens ook nog achter in de wachtrij. Gevolg: je moet machteloos aanhoren hoe collega’s met jouw zorgvuldig voorbereide vragen aan de haal gaan. Uiteindelijk weet je er ternauwernood nog een geïmproviseerde vraag uit te persen: ‘Michael, mensen vereenzelvigen jou ontzettend met deze rol. Ben je niet bang dat je nooit meer van het stempel Dexter af komt?’ Waarop Hall antwoordt : ‘Nou, bang is het woord niet, maar het speelt wel eens door mijn hoofd ja.’ Next!
Tja, je kunt er over mekkeren, en dat hebben we zojuist uitgebreid gedaan. Maar ergens is de procedure ook wel weer begrijpelijk, gezien het mondiale succes van Dexter. De serie wordt intussen uitgezonden in alle hoeken van de wereld en trekt tientallen miljoenen kijkers. Indrukwekkende cijfers, zeker als je bedenkt dat de hoofdrolspeler op het eerste gezicht niet echt een knuffelbaar personage is. Voor de niet-fans: Dexter Morgan is een bloedspatonderzoeker van de politie van Miami die in zijn vrije tijd bijklust als seriemoordenaar. Zijn agressieve, gevoelloze karakter openbaarde zich al op jonge leeftijd, kort nadat zijn moeder was vermoord. Dexters stiefvader, politieman Harry, leerde zijn zoon daarop zijn donkere impulsen te kanaliseren. Volgens Harry’s code mag hij alleen mensen vermoorden die zelf ook hebben gemoord en daarvoor niet bestraft zijn. Daarom zien we Dexter in elke aflevering bewijs verzamelen tegen zijn potentiële slachtoffers, waarna hij ze in zijn ‘ kill room’ een mes tussen de ribben plant. Als souvenir neemt hij altijd een druppeltje bloed mee.