Julian Fellowes: 'Het is een episch verhaal over de prinsen van de Amerikaanse Renaissance, en de enorme fortuinen die ze vergaarden – en uitgaven - in laat negentiende-eeuws New York'. Ofwel: Downton Abbey in New York, zoals The Gilded Age in de wandelgangen al is gedoopt. Een meesterzet van Fellowes om hiermee te komen.
Voor deze scenarioschrijver van adellijke afkomst, een typische laatbloeier, is hiermee de cirkel rond: na jarenlang te hebben aangemodderd als acteur en met twaalf afgewezen (toneel)scripts op zijn naam brak Sir Julian op 52-jarige leeftijd alsnog door dankzij zijn samenwerking met de Amerikaanse regisseur Robert Altman in Gosford Park (2002). Altmans producent was zwaar onder de indruk van Fellowes 'encyclopedische' kennis van de Britse klassenmaatschappij. Later volgden onder meer Vanity Fair met Reese Witherspoon en The Young Victoria met Emily Blunt, maar ook een regelrechte mislukking zoals The Tourist, het Depp/Jolie verhikel.
Met Downton Abbey vond Fellowes
zijn niche. In Amerika heerst een ware Downton-gekte: de serie breekt
kijkcijferrecords en bracht een schare fans op de been die Downton-viewing-
parties houdt. Er zijn T-shirts te koop met de opdruk Free Bates,
What would Lady Mary do of Keep Calm and ask Carson for tea. Met
The Gilded Age verzilvert Fellowes zijn huidige sterstatus in de VS en het is
een geniaal idee om een serie maken met de beproefde ingrediënten van Downton
Abbey; de Amerikaanse fans zullen een 'Downton Abbey in New York' ongetwijfeld
vreten als pepernoten.
NBC is de zender die de buit wist binnen te
halen. De belangstelling zal zeer groot geweest zijn: van deze kip met de
gouden eieren wil iedereen wel een legje. Hoe hoog de stapel dollars is die NBC
heeft moeten neertellen, is niet naar buiten gebracht en niemand heeft het
blijkbaar nog kunnen achterhalen.
The Gilded Age is een nog door
Mark Twain gemunte term voor het tijdperk aan het eind van de negentiende eeuw,
waarin de VS een enorme groeispurt doormaakte, die miljoenen gelukszoekers uit
Europa aantrok. Ze kwamen werken aan de spoorlijn, een belangrijke industrie
door de snelle uitbreiding van het netwerk, maar ook in de mijnen of de vele
fabrieken die overal de grond uitrezen. 'Het was een tijd', aldus Fellowes in
zijn officiële verklaring over The Gilded Age, 'waarin een fortuin even snel
werd gemaakt als verloren – of uitgegeven. Een tijd ook, van grote jaloezie en
wedijver.'