‘James Gandolfini made Tony Soprano an icon’, kopte de
Los Angeles Times, daags na de tragische dood van Gandolfini op 20 juni.
Don Draper is ook zo'n icoon, Archie Bunker was er zéker een, en Omar Little
uit The
Wire. Maar Stringer Bell uit diezelfde serie dan weer niet. Lady Mary uit
Downton Abbey wel, haar zusjes beslist niet. David Brent uit The Office:
zeker. En Dr Gregory House ook.
Of een personage een icoon is, voel
je als kijker vaak wel aan. Maar waaruit bestaat dat extra laagje, dat glazuur
dat een personage glans geeft?
Niet elke serie of film heeft een
icoon nodig. De
Da Vinci Code is bekritiseerd om z’n oninteressante personages - maar daar
gaat het verhaal niet over; het gaat om het plot. In films en series die sterk
plot-driven zijn, zoals CSI, ziekenhuisseries, politieseries en ander genrewerk
staat de handeling centraal en de personages zijn daaraan ondergeschikt. Doe je
dat niet, dan houdt dat het verhaal op en is het lang niet zo spannend.
The Sopranos was een van de eerste series met een lange adem, negen
jaar lang om precies te zijn, waarin het verhaal werd gedragen door de
personages. Nooit kreeg je genoeg van Tony en als er morgen een nieuw seizoen
zou beginnen, zouden we weer alle afleveringen aan het scherm gekluisterd zijn.
Maar die kans is nu voorgoed verkeken.
Sopranos-bedenker David
Chase gaf Tony genoeg ruimte in het scenario, genoeg scènes met close-ups van
zijn broeierige, onbestemde blikken vol onuitgesproken gedachten. Als je er naar
kijkt voel je wel aan wat er ongeveer speelt, maar er blijft ruimte voor
interpretatie, en dat maakt iemand interessant om naar te kijken. Door niet
teveel in te vullen voor de kijker wint een personage aan kracht en charisma.
James Gandolfini is niet meer, maar Tony Soprano zal altijd blijven bestaan. Lang niet alle personages maken zo'n blijvende indruk. Wanneer is een personage een icoon?
Zo maar wat geweld van Tony Soprano...
Gandolfini maakte van
Tony Soprano iemand die ieder moment kon ontploffen. Een geladen man,
onberekenbaar, gevaarlijk: spannend dus, om te zien. Hoe doen acteurs dat? Wat
Gandolfini, die groot fan was van method acting, wel deed, was een steen in zijn
schoen stoppen en net zo lang rondlopen totdat hij tegen het plafond zat van
irritatie. Zo kwam de geladenheid vanzelf wel in de scène. Of doorhalen, zodat
hij doodmoe was op de set en niks kon hebben. ‘Het klinkt raar’, zei hij, ‘maar
het werkt.’
Gandolfini had techniek, charisma en een sterke,
consistente visie op zijn personage, én de capaciteit om dat iedere scène van
iedere draaidag opnieuw weer op te roepen. Maanden achtereen, jarenlang. In
Gandolfini’s geval bijna tien jaar. Tien jaar lang adrenaline pompen, op
eindeloos lange dagen op de set – het zet zowel de prestaties van een acteur als
zijn drank- en drugs (mis)gebruik en zijn vorstelijke salaris in een ander
licht.
Maar om uit te groeien tot icoon is dat alles niet genoeg
. Daar is meer voor nodig. Personages zoals Tony Soprano en Don Draper, om twee
sterke voorbeelden te noemen, zijn iconisch omdat ze staan voor iets dat groter
is dan zijzelf. Ze personifiëren iets ongrijpbaars: noem het de Zeitgeist, of de
human condition.
Eerst Don Draper. Hij is, zoals iedereen in Mad
Men (op één uitzondering na: Peggy Olsen), een gevangene van het klassieke man-
vrouwpatroon van de jaren vijftig, de jaren vóór de seksuele revolutie. Maar
waar zijn vrouw Betty, bij gebrek aan alternatieven, daaraan ten onder gaat,
kiest Draper de klassieke, aan mannen voorbehouden escaperoute: die van de macho
, die neemt wat hij hebben wil - om zo toch de persoonlijke vrijheid te ervaren
die hij zoekt.
Maar hij betaalt daar een hoge prijs voor: hij verloochent
zowel de vrouw van wie hij houdt als zichzelf. Hij leeft in een leugen. Dat is
zijn vloek, zijn kruis, zijn melancholie. En dat maakt Don Draper tot een
onvergetelijk, en ja, iconisch personage. Matthew Weiner is erin geslaagd om de
pijn van een hele generatie, die van ‘de man die het vlees snijdt’, te vangen in
één personage. Prachtig, en tamelijk geniaal.
Zo sophisticated
is Tony Soprano niet. Hij is een arbeideristisch personage, in de traditie van
Don Corleone uit The Godfather; ook The Sopranos is een maffiasaga. Maar op het
palet van Gandolfini’s Tony zit behalve een hoop traditie en ouderwetse
mannelijkheid ook een berg onvermogen. Tony Soprano bivakkeert niet alleen aan
de bar, maar ook op de bank - van de psychiater. En hij is zowel gangster als
huisvader; David Chase zoekt de grenzen op van het klassieke machismo en maakt
van Tony een tragikomische zware jongen die braaf meegaat naar een ouderavond.
Zie Tony Soprano op het tuinpad voor zijn villa. Badjas aan, sigaar in de mond
. Hij heeft net de krant uit de brievenbus gehaald. Daar staat hij dan. Wat nu?
Wij zoomen langzaam uit. We zwaaien. Dag Tony.