Journalisten op televisie zijn er meer dan genoeg (Zoe in
House of Cards, Olly en Kate in Broadchurch en zelfs Carrie in Sex and the
City – om er maar een paar te noemen), maar zelden waagt men zich echt aan een
serie over journalistiek. Alsof het vak van media maken zelf niet te vertalen is
naar de media. Veel van het journalistenwerk is tenslotte ook gewoon
kantoorwerk: bellen, mailen, schrijven. Voor elke Woodward en Bernstein zitten
er ontelbare journalisten 24/7 aan een bureau.
De pogingen die er
gedaan zijn, zijn dan ook vaak kantoorsitcoms (herinnert iemand zich nog Just
Shoot Me?) of simpelweg niet heel succesvol. The Newsroom, hoewel nog beloond
met een paar Emmy’s, wist in drie seizoenen nooit echt de harten van de kijker
te veroveren. Het vijfde seizoen van The Wire, dat aanzienlijke aandacht gaf aan
de burelen van de Baltimore Sun, werd en wordt door het merendeel van de
liefhebbers gezien als het slechtste seizoen.
Tenminste, door
iedereen die geen journalist is.
Journalisten zelf lopen doorgaans
weg met deze spaarzame uitingen van het vak. Ik ken bijna geen collega die niet
smulde van Jeff Daniels’ regelmatige tirades over wat het nieuwsvak nou
eigenlijk in moet houden – al was er verder een hoop op te merken over de
ouderwetse, digibete mindset op en achter de set van The Newsroom.
Eerder deze week mocht ik door allerlei logistieke onhandigheden een interview afnemen in een praktisch uitgestorven parkeergarage. Tussen een paar auto’s in, audiorecorder in de hand, waande ik mij even onderdeel van het duo Woodward en Bernstein. Terwijl ik mij afvroeg waarom er eigenlijk zo weinig series over journalisten zijn, wist ik ook gelijk het antwoord.
Aaron Sorkin is niet zo’n fan van het internet, zullen we maar zeggen.
David Simon, de oud-journalist achter The Wire, gaf vorig weekend een
interessant en vermakelijk interview aan Vulture. Daarin legde hij, al dan
niet onbedoeld, de vinger op de zere plek. Er is een ‘gangster chic’, waarin
alles dat stoer en straat is ons dusdanig aanspreekt dat het de rest – zelfs ons
moreel kompas – overstijgt. Waarom kijken naar een
grijze eindredacteur die taalfouten corrigeert als je ook
Marlo Stanfield hebt?
Goed, ik denk dat het probleem
uiteindelijk ergens anders ligt en ook dat etaleert David Simon uiteindelijk
mooi als hij de interviewer begint te corrigeren ('Jij werkt voor New York
Magazine?') en Vulture even te kakken zet. Journalisten weten het altijd beter.
Of het nou gaat om politiek, sport of muziek. Op alle vlakken willen ze ons
vertellen wat we wel en niet moet geloven – en in sommige gevallen zelfs wat we
wel of niet moeten kijken… Journalisten zijn betweters en niemand zit toch elke
week te wachten op een preek?