Televisiemaker Pieter Bart Korthuis (Penoza) is terug met een kickboksersserie: Vechtershart. ‘Penoza is een serie met pistolen, dit is een serie met vuisten. Dat maakt al een heel verschil.’

Pieter Bart Korthuis is blij, heel blij. ‘Ik sta letterlijk te shaken. Dat heb ik nog nooit gehad.’ De scenarist – voornamelijk bekend als de man achter Penoza – heeft net de eerste aflevering van zijn nieuwe serie Vechtershart mogen be- kijken op het grote scherm van de Amsterdamse bioscoop het Ketelhuis. ‘Het is gewoon een vette serie. Het is zo lekker dat als je iets gemaakt hebt, dat dat werkt op een manier zoals je bedacht had dat het zou werken. Dit kan zich sowieso meten met het beste dat in Europa wordt gemaakt, maar ook best met wat er in Amerika wordt gemaakt.’ Hij lacht erbij. ‘Om even heel arrogant te doen.’

Vechtershart is het comebackverhaal van de voormalige kickbokskampioen Nick Roest (Waldemar Torenstra), die de draad weer op wil pakken na een vier jaar lange gevangenisstraf. Korthuis ontwikkelde de serie naar een idee van boksfanaten Torenstra en (schrijver en documentairemaker) Maaik Krijgsman. ‘Toen zij me vroegen, ben ik in eerste instantie puur voor hun enthousiasme gevallen. Ik had zelf helemaal niets met vechtsport. De paar keer dat ik mee ben gaan trainen, lag ik bij de warming-up al knock-out. Maar zij konden er zo mooi over vertellen, dat ze mij er in meegenomen hebben.’

Toch was het voor de scenarist even zoeken. Een vroege versie van het script draaide aanvankelijk om een ringarts. ‘Maar op een gegeven moment had ik één aflevering geschreven, keek ernaar en dacht: mijn god, en dan moet ik nog zeven afleveringen. Toen dacht ik ook: ja, hoe haal je het eigenlijk in je hoofd om iets in deze arena te willen maken, met niet als hoofdpersoon een vechter of een trainer? Hoewel we toen al groen licht hadden, hebben we toch het lef gehad de serie om te gooien.’

Imagoschade
Vechtershart is een heel ander beest dan Penoza, vertelt de televisiemaker verder. ‘Hoe ik het het makkelijkste zeg: Penoza is een serie met pistolen, dit is een serie met vuisten. Dat maakt al een heel groot verschil. Penoza gaat over moederschap, over behoud van je gezin, over bescherming, dit is een serie veel meer over uitdelen en incasseren. En dan vooral over leren incasseren.’ De boksersserie vraagt ook om meer geduld, vindt hij. ‘Het makkelijkste was geweest als je meteen weer in de eerste minuut iemand zou neerknallen en dat je dan gelijk in een nieuwe spannende serie terechtkomt, maar ik ben heel bewust met Penoza gestopt omdat ik daarmee klaar was.’

Drugs, mishandelingen, criminele organisaties op de tribunes; Korthuis is zich meer dan bewust van de imagoschade die de kickbokssport de laatste jaren heeft opge- lopen. ‘Daarom wilden we juist de wereld laten zien zoals wij die hebben leren kennen - de harmonie en het respect dat daarin omgaat. Om te laten zien hoeveel mensen een thuis vinden in de sportschool, hoe daar een samenleving van allerlei culturen en opleidingen door elkaar ontstaat. En ja, natuurlijk zit er wel een beetje misdaad en drama in, maar als we aan mensen in de vechtsportwereld vroegen wat ze zouden verwachten van een vechtersserie, zeiden ze: “Het moet wel een beetje spannend zijn”.’

Beetje criminaliteit
Een serie met een rafelrandje dus. Los nog van Nicks eigen verleden is zijn jongere broer David (Benja Bruijning) een advocaat met een cocaïneverslaving, die betrokken raakt bij een zaak tegen een grote drugsbaron. En Jerry ‘Mr. Clean’ Valentijn – Nicks concurrent in zowel de ring als daarbuiten – is lang niet zo schoon als zijn bijnaam doet vermoeden.

Acteur Werner Kolf laat zich echter niet afschilderen als de bad guy. ‘Ik probeer gewoon op te komen voor mezelf en mijn gezin en vooral voor mijn rots.’ Los nog van het boksen gooit Nicks terugkeer namelijk een spaan in Jerry’s relatie met Selma (Imanuelle Grives) en haar zoontje Luka – Nicks kind. ‘Ik zie opeens dat de man die eigenlijk een kind heeft met mijn vrouw steeds dichter bij haar komt en dat vind ik gevaarlijk. Daarnaast komt hij ook dichter bij mijn positie als vechter. Het is niet zo dat ik hem haat, maar het is wel mijn wereldje en dat wil ik intact houden. Ik denk dat elke man dat kan begrijpen.’

De acteur, vooralsnog vooral bekend van toneel, was vrijwel meteen on board voor de serie. ‘Ik kijk al vanaf dat ik jong ben naar het kickboksen, ben een echte fan. Ik heb alleen getwijfeld omdat kickboksen door een bepaald persoon nu negatief in de media staat – wat onterecht is – en ik hoopte dat deze productie het niet erger zou maken.’ Eén blik op het script was genoeg. ‘Toen dacht ik: dit is gewoon de werkelijkheid. Dat kleine beetje criminaliteit, helaas genoeg is dat ook zo, dus dat moet je ook niet negeren. Dan wordt het geen geloofwaardige serie.’

‘Ik heb daarnaast alleen nog maar meer respect gekregen voor de sport, want ik wist dat het zwaar was, maar mijn god, haha. Dat was hard.’ De loempiaatjes en kroketjes (‘het belangrijkste was: heel goed eten’) vinden tijdens het gesprek dan ook weer gretig aftrek bij de acteur. ‘Iedereen had een moment dat ze echt helemaal op waren, maar de grap is: uiteindelijk wil je alleen maar doorgaan.’

Leuke quote

Imanuelle Grives kan erover meepraten. De actrice die drie jaar geleden nog vijftien kilo aankwam voor haar rol in Alleen maar nette mensen, kon nu de sportschool in. ‘Ik wilde gelukkig al een sixpack dit jaar,’ lacht ze. Selma blijft daarbij alles behalve aan de zijlijn: al in de eerste aflevering klimt Grives zelf in de ring, nota bene tegen kickbokskampioene Germaine de Randamie. Een gevecht waarbij de klappen ook bij de kijker aankomen. ‘Het ziet er zo heftig uit, omdat het ook zo heftig was. Ze heeft zich nog ingehouden, maar ik kreeg wel stoten hoor. Als ik niet goed in mijn dekking was, lag ik gewoon knock-out.’

Toch lag daar niet Grives’ grootste angst. ‘Waar ik bang voor was: wat als ik iemand een goede klap geef en die persoon draait door? En die persoon gaat mij helemaal in elkaar slaan? Ik ben heel erg van agressie temperen en niet dat ik een pussy ben of zo, maar ik houd er niet van.’

Toch bleek het tegendeel waar. ‘Dat is dus best ziek, want de eerste keer dat ik een klap gaf en kreeg dacht ik, oh, dit is eigenlijk best wel leuk. Doe nog maar een keer. En dan kom je in een staat van zijn, van pijn is fijn. Dat klinkt een beetje raar, maar misschien is het wel een leuke quote, haha.' Zo heeft het vechtershart zich alsnog bij haar ontwikkeld. 'Je leert ineens dat je veel meer aankunt dan dat je voor mogelijk hield. Soms moet je offers brengen om je doelen te bereiken. Dan maar pijn. Vechtershart gaat over je innerlijke strijd en de kickboksring is daar slechts een parallel voor. De strijd die je in de ring hebt – van ga ik het redden en dan weer inademen en door  - daar gaat het om. Dat is ook parallel met het leven. Dat je continu de battle opzoekt en denkt, ik ga het weer proberen.’