De smartphone in de hand, het televisiescherm aan de muur, de desktop op het bureau of de tablet die nog ergens in woon- of slaapkamer rondslingert – wie even om zich heen kijkt, ziet zichzelf al snel terug in een donkere spiegel. Alsof we een constante schaduwwereld meedragen die gevoed wordt door ons technologiegebruik, -verbruik en natuurlijk ook -misbruik.
In die duistere, alternatieve werkelijkheid begeeft Black Mirror zich, een bloemlezing van losse dystopische sciencefictionverhalen, waarvan eerder op de Britse televisie (en hier door de VPRO) twee reeksen werden uitgezonden en dat deze week terugkeert op Netflix.
Black Mirror droomt, of eigenlijk nachtmerriet, over waar de technologische ontwikkeling ons heen zou kunnen brengen. Zo leerden we in de aflevering The Entire History of You, uit het eerste seizoen, een wereld kennen waarin iedereen via een ingeplante chip de mogelijkheid heeft zijn of haar herinneringen terug te spelen; een ‘redo’, waarin ook anderen kunnen delen. Leuk als oude vrienden of jaloerse exen een (r)entree maken in je leven. ‘Black Mirror stelt een schijnbaar onschuldige ‘wat als’-vraag en presenteert dan alle tragische gevolgen van dien.
Zo ook in een toekomst waarin men de doden kan laten herleven op basis van wat ze op sociale media hebben geplaatst (Be Right Back) of een werkelijkheid waarin een cartoonbeer de politiek in kan (The Waldo Moment). Aan de bespiegelingen van Black Mirror liggen lugubere, soms gestoorde ideeën ten grondslag die misschien wel nooit te realiseren, maar daarmee niet onrealistisch zijn. Black Mirror is actuele satire met een griezelig randje in een futuristische setting, doorspekt met zwarte humor.