Marseille draait om het haantjesgevecht tussen de zittende burgemeester
Robert Taro, gespeeld door
Gérard Depardieu, en zijn opstomende rivaal, de al wat verlopen pretty boy
Lucas Barres (
Benoît Magimel). De strijd speelt zich af op het niveau van de
gemeentepolitiek, maar die heeft in deze serie zoveel poeha dat het eerder aan
de stadsstaten doet denken zoals je die in de Middeleeuwen had, met Florence en
de Borgia’s als
bekendste voorbeeld. Kleine koninkrijkjes, met een stadhuis met presidentiële
uitstraling. Hoog staat het marmer in de zalen waar burgemeester Taro zich
ophoudt, rap zijn de bedienden die de deur voor hem openhouden – het lijken wel
lakeien. Wie overigens denkt dat dit verzonnen is, het
stadhuis van Marseille ziet er in het echt precies zo uit als in de serie.
Origineel, om de serie zich hier te laten afspelen en niet in de hoofdstad, die
natuurlijk veel fotogenieker is. Al verricht de cameraman wonderen. Geweldig
zijn bijvoorbeeld de helikoptershots, een terugkerend motief, waarbij je de stad
ver beneden je ziet, omlijst door de diepblauwe zee. Scenarist
Dan Franck (63), zelf een Parijzenaar, koos Marseille ‘omdat het een stad is
met een enorme rijkheid en dichtheid,’ vertelde hij tegen de Franse Huffington
Post. Hij noemt de belangrijke locaties in de serie: de haven, het opvallende
Vélodrome-stadion, een architecturaal hoogstandje. En de cités, de slechte
wijken die hier, in tegensteling tot in Parijs, in het centrum van de stad
liggen. ‘Dat geeft een heel eigen, fascinerende sociale architectuur.’
Misdaad
Uit alles, zowel de look and feel als de mix
van politiek en misdaad, blijkt dat de makers goed naar
House of Cards hebben gekeken. Wat ze zelf trouwens ruiterlijk toegeven.
Maar Marseille is veel rauwer. Dat moet te danken zijn aan Franck, die niet
alleen schrijver is van een stapel romans en essays en met een Prix Renaudot op
zak bovendien, maar van huis uit is opgeleid als socioloog aan de Sorbonne.
In zijn scenario laat hij zien oog te hebben voor de verschillende lagen in de
maatschappij, van de top met z’n corruptie en vriendjespolitiek tot de gewone
man, wiens kind honderd euro per dag verdient door voor de dealers de wacht te
houden bij de toegangsweg van de banlieue. En die zich wanhopig afvraagt hoe hij
zijn zoon ooit zover krijgt dat hij een gewone (lees: veel slechter betaalde)
baan aanneemt.
De eerste Franse Netflix-original serie verweeft – net als het grote voorbeeld House of Cards – misdaad met politiek en heeft drie sterke ingrediënten: Depardieu, Marseille en de maffia.
De wijken zelf komen ook uitgebreid in beeld, eerder met
Brits sociaal realisme dan gestileerd op z’n Amerikaans. De armoeiige, slecht
onderhouden flats, het zwerfvuil, hoe de misdaad de enige weg is – we kennen het
van het Journaal, maar we zien het nu in een serie. Pluspunt.
Marseille zit de werkelijkheid dicht op de huid. Al ontkent Franck het, Taro is
duidelijk gebaseerd op de echte burgemeester, de met zijn 76 jaar stokoude
Jean-Claude Gaudin die er al zit sinds 1995. Ook Taro zit in de serie al 25
jaar in het zadel en is net als Gaudin een geboren en getogen Marseillais.
Gaudin was overigens niet blij met de Netflixserie; bang voor een nog slechter
imago dan de stad al heeft. Hij hoorde de kalasjnikovs alweer schieten. Volgens
Franck is er in Marseille niet meer misdaad dan in Parijs, maar heeft Marseille
nu eenmaal de naam.
Klootzakken
Marseille
verheft politiek cynisme, een in het oog springend kenmerk van de huidige
generatie politieke series zoals House of Cards en
Veep, tot nieuwe hoogten. Zo verrot zagen we het zelden. Het thuisfront
biedt de kijker geen soelaas, want met een huilerige en niet bijster goed
acterende mevrouw Taro is dat een van de zwakste schakels.
De wereld
van Marseille is hard en ongevoelig en de personages zijn vrijwel zonder
uitzondering (alleen de dochter van Taro is sympathiek) klootzakken. Helaas
maakt dat het ook lastig met ze mee te leven. Wat kunnen ons die mensen
eigenlijk schelen, en wie er burgemeester wordt van dit drugsnest? Net te weinig
.
Toch valt er genoeg te genieten aan Marseille. Grootste troef is
Depardieu. Hij is indrukwekkend goed als politicus op z’n retour. Als een brok
graniet sjouwt hij door de stad, zijn fysiek, zwaar overgewicht, werkt in zijn
voordeel en zet de perversiteit van zijn personage nog kracht bij. Dat hij toch
niet helemaal uit de verf komt, ligt niet aan hem. Krijgt Frank Underwood de
kijker met zich mee door hem als het ware medeplichtig te maken in zijn
onderonsjes met de camera, Depardieu moet het doen met nét te weinig dialoog en
komt niet zo goed uit de verf als had gekund. Dat is jammer.
Marseille is vanaf 5 mei op Netflix te zien