Toen The Leftovers in de zomer van 2014 van start ging, waren de meeste tv-recensenten het met elkaar eens: prachtig mooi, vreselijk depressief. Het bleek niet de beste manier om een tv-serie aan te prijzen. Een groot gedeelte van de HBO-abonnees liet The Leftovers in de jaren die volgden links liggen.
'De laatste keer dat ik checkte, hadden we 89 kijkers,' grapte Damon Lindelof – maker en schrijver van The Leftovers, tevens bekend van Lost – onlangs bij de screening van de seizoensfinale. De serie liep uiteindelijk drie seizoenen en telde 28 afleveringen. Amerikaanse televisierecensenten – die wél allemaal keken – wisten niet hoe luid en hoe vaak ze de serie moesten aanprijzen.
Want terwijl het grote publiek niet keek, groeide The Leftovers uit tot een van de beste, origineelste en gedurfdste series uit de recente televisiegeschiedenis.
The Leftovers is gebaseerd op het gelijknamige boek van auteur Tom Perrotta, die samen met Lindelof de drie seizoenen van de serie schreef. Het eerste seizoen blijft trouw aan het boek. De wereld is in diepe rouw en in totale verwarring nadat op 14 oktober 2011 twee procent van de wereldbevolking – 140 miljoen mensen – plotseling in het niets is verdwenen. The Leftovers begint drie jaar na deze zogenoemde Sudden Departure en focust op het kleine plaatsje Mapleton in de staat New York. Iedereen daar is wel iemand of iets kwijtgeraakt op die dag in oktober – variërend van geliefden tot mentale gezondheid.
Mensen, met name jongeren, lijken stuurloos. Herdenkingsdagen worden ruw verstoord door kettingrokende sekteleden en honden die hun baasjes zagen verdwijnen, rennen in dolle roedels rond. Iedereen zoekt troost en afleiding. 'Het is alsof je naar Portishead luistert, terwijl je net geopereerd bent en onder de pijnstillers zit,' schreef recensent Emily Nussbaum treffend in The New Yorker. De eerste afleveringen zijn namelijk goed, maar ook loeizwaar. En toch raden we je aan door te kijken.