Matt Groening. De naam komt elke dag in zeker tientallen landen voorbij op de televisie, maar bekend zal hij toch niet klinken. De medebedenker van The Simpsons werkt dan ook vooral in de luwte: zijn andere grote titel, Futurama, stopte alweer vijf jaar geleden. Nu is de televisiemaker ‘terug’ met zijn eerste cartoonserie voor Netflix, Disenchantment.
Daarnaar is de afgelopen maanden reikhalzend uitgekeken door fans en televisierecensenten, en die voorpret is in grote mate te danken aan The Simpsons. Dat is niet zo vanzelfsprekend als het klinkt: na dertig jaar – The Simpsons is de langstlopende primetimetelevisieserie van de Verenigde Staten – is de glans er wel vanaf bij de gele familie. Van Groening is sowieso al langer bekend dat zijn bijdrage tegenwoordig (hij staat nog steeds op de rol als uitvoerend producent) minimaal is. Hij laat zijn gezicht met enige regelmaat zien in de schrijverskamer, heeft vetorecht en treedt wanneer nodig op als ambassadeur, maar goeddeels staat het kind op eigen benen.
Nee, wat het werk van Groening zo aantrekkelijk maakt, is wat The Simpsons in den beginne ook zo aantrekkelijk maakte: vermomd als serie voor het hele gezin schopte het programma tegen elke vorm van gezag. Bart Simpson was een brat en daar was hij trots op. ‘Onze boodschap is altijd geweest dat onze leiders niet per se het beste met ons voor hoeven te hebben,’ zei Groening daar eerder over. ‘Leraren, priesters, politici, voor de Simpsons zijn het allemaal mafkezen. Wat mij betreft een uitstekende boodschap om kinderen mee te geven, haha.’