Kan een televisieserie over de Tweede Wereldoorlog nog iets nieuws vertellen? De miniserie World on Fire van de BBC lijkt – afgaande op één aflevering – een aardige poging te doen. In plaats van de mensen aan de macht of de soldaten in de voorste linies, draait het om de gewone mannen en vrouwen die worden geraakt in dat eerste jaar nadat de oorlog is uitgebroken. Zij die hun normale, kabbelende levens plots ingrijpend zien veranderen op het moment dat de Duitsers Polen binnenvallen.
Vertaler Harry (Jonah Hauer-King) werkt in Warschau op de Britse ambassade en is verliefd op de lokale serveerster Kasia (Zofia Wichlacz), terwijl Lois (Julia Brown), zijn meisje in Manchester, wacht op zijn brieven. Lois’ vader Douglas (Sean Bean) is nooit helemaal hersteld van alles wat hij zag tijdens de Eerste Wereldoorlog en is nu pacifist en haar broer Tom (Ewan Mitchell) heeft problemen met de lokale politie. De Amerikaanse journalist Nancy (Helen Hunt) probeert met haar radioverslagen vanuit Berlijn over te brengen hoe ernstig de situatie is, terwijl het haar tegelijkertijd niet lukt haar neef Webster (Brian J. Smith) te overreden zijn leven in Parijs achter zich te laten en veiligheid op te zoeken. En voor Kasia’s familie in Polen betekent de inval van de Duitsers niets anders dan vluchten of vechten.
Er vallen bommen en er wordt geschoten, toch is het dankzij de menselijke insteek dat deze mooi gemaakte serie net weer anders voelt dan andere oorlogsdrama’s. Neem bijvoorbeeld een scène waarin het beroemde radiobericht van 3 september 1939 uitgaat waarin de Britse premier Neville Chamberlain aankondigt dat het oorlog is: een vreselijk belangrijk moment in de wereldgeschiedenis, al valt het bijna weg omdat er tegelijkertijd een doodgewone familiediscussie wordt gevoerd. Om maar te benadrukken dat er zelfs tijdens de oorlog over onbenulligheden gekibbeld werd.