Op het oog is de zeventienjarige Syd (aanstormend talent Sophia Lillis, bekend van de It-films) een doodgewone puber op een doodgewone school in een doodgewoon Amerikaans stadje. In haar persoonlijke leven wil het niet zo vlotten: haar beste vriendin ruilt haar in voor een patserige bink, de relatie met haar moeder bevindt zich na de zelfmoord van haar vader op een ijzig dieptepunt, en dan kampt Syd ook nog met oncontroleerbare woedeaanvallen. Een docent moedigt haar daarom aan om die woede om te zetten in woorden, in een dagboek.
Maar ook dat lijkt niet de kanaliserende werking te hebben die Syd zo hard nodig heeft (‘Dear diary, go fuck yourself!’). En dan blijkt er iets vreemds met haar aan de hand te zijn: na een hevige woedeaanval ontstaan er plots scheuren in de muur. Deze ‘superkrachten’ lijken vooral naar boven te komen als ze zich (extreem) boos maakt. Kwestie van tijd, dus, voordat er slachtoffers gaan vallen. En zo lijkt die ‘doodgewone puber’ ineens toch niet meer zo doodgewoon.