‘Fuck you, James Comey.’ Met deze woorden, gezongen door Jonathan Mann vanuit zijn woonkamer in 2016, opent deel twee van miniserie The Comey Rule. De singer-songwriter plaatste het nummer vier jaar geleden, op 6 november, op Facebook. Niet lang nadat FBI-directeur James Comey het Amerikaanse Congres had laten weten dat het heropende onderzoek naar Hillary Clintons e-mails wederom geen strafbare feiten had opgeleverd. Maar zoals Mann, en eigenlijk heel Amerika, op dat moment al wist, kwam deze conclusie te laat.
48 uur later zou Amerika naar de stembussen gaan en kiezen tussen Donald Trump en Hillary Clinton. Dat de laatste opnieuw was vrijgepleit zou minder impact hebben dan Comeys aankondiging van een week eerder dat het onderzoek wederom geopend was. ‘Fuck you, James Comey’ was een veelgebruikte vloek in de dagen en weken na de verkiezingen.
Het tweedelige The Comey Rule is een dramatische reconstructie van die rommelige aanloop naar en nasleep van de verkiezingen van 2016 - een geschiedenis die op dit moment eigenlijk beter verteld wordt door Alex Gibney’s documentaire Agents of Chaos.
In de eerste aflevering zien we hoe Comey (Jeff Daniels) worstelt met het onderzoek naar Clinton en het zich opstapelende bewijs van Russische verkiezingsinmenging en samenwerking met de Trump-campagne. De Comey uit de serie, die is gebaseerd op zijn bestseller A Higher Loyalty: Truth, Lies and Leadership, is een man zien die zich vooral laat leiden door de drang om zo apolitiek en eerlijk mogelijk te zijn. Ook al zijn zijn meerderen het niet met hem eens en speelt hij met zijn instelling precies in de hand van de Russen en team Trump, die zich überhaupt niets aantrekken van eerlijkheid.
De miniserie wordt pas echt interessant in deel twee, wanneer Brendan Gleesons Donald Trump in al z’n glorie verschijnt. Een vertolking die zo akelig dichtbij de 45-ste president komt, niet zozeer wat betreft uiterlijk maar gedrag, dat de Trump-scènes bijna moeilijk zijn om naar te kijken. Het inmiddels beroemde garnalendiner in het Witte Huis, waarbij Trump om Comey’s volledige loyaliteit vraagt, en Trumps constante aandringen bij iedere ontmoeting en elk ongevraagd telefoontje om hem vrij te pleiten van Russische inmenging (en golden showers), laat een bullebak zien die zich meer gedraagt als maffiabaas dan president. Iets dat volledig strookt met de man die we ondertussen kennen als iemand die live-televisieprogramma’s belt als de presentatoren iets zeggen wat hem niet zint, onzin bazelt tijdens telefoongesprekken met vooraanstaand journalist Bob Woodward, en zichzelf uit het ziekenhuis ontslaat als hij vindt dat hij het coronavirus heeft verslagen.
The Comey Rule is daarom vooral een intrigerend kijkje achter de schermen van de wereld van Trump. Dat het daarnaast een heldenverhaal over Comey is, is veel minder interessant.