25 jaar na de dood van Ischa Meijer verschijnt I.M., een vierdelige dramaserie gebaseerd op Connie Palmens gelijknamige boek. In Ramsey Nasr en Wende Snijders vond regisseur Michiel van Erp zijn ideale Ischa en Connie.

cadeautje

Je leest dit artikel uit de VPRO Gids gratis op VPRO Cinema. Wil je meer lezen over oa documentaires, podcasts en boeken? Neem dan een digitaal abonnement.

Ze praat niet graag over hem. Nee, veel liever schrijft Connie Palmen over haar grote liefde: Ischa Meijer. Over hem praten betekent het risico lopen dat haar herinneringen aan hem haar ontglippen, vertelde ze onlangs aan radiopresentator Anton de Goede in een aflevering van de podcastserie Een dik uur Ischa op de radio. ‘Voor je het weet vliegt alles weg. (…) Ik houd heel graag een wereld, een leven van Ischa voor mezelf,’ aldus Palmen.

Wat ze niet noodzakelijkerwijs voor haarzelf wilde houden, tekende Palmen onverbloemd op in I.M. (1998), haar ode aan Ischa Meijer, die ze schreef in de jaren na zijn overlijden op 14 februari 1995. Ook wie de roman niet heeft gelezen, weet van haar bestaan, al is het maar vanwege de beginscène waarin de twee geliefden tegelijkertijd in hun broek poepen als ze elkaar zien op straat. Dankzij I.M. hield de allesverslindende liefde tussen een van ’s lands markantste interviewers en de grande dame van de Nederlandse Letteren de gemoederen flink bezig, zowel binnen als buiten de literatuur.

Tegen de verlammende en verwoestende krachten blijkt, steeds weer, slechts één ding opgewassen: onwankelbare levenslust

Nu, 25 jaar na Ischa’s dood, is er de gelijknamige verfilming; een vierdelige dramaserie, geregisseerd door Michiel van Erp en met Ramsey Nasr en Wende Snijders in de hoofdrollen. Inclusief broekpoepscène. Na enige aarzeling, dat wel, verklaarde regieassistent Marnie Blok in Het Parool. Maar, ja. ‘Anders gaat straks iedereen ernaar vragen.’

Veel meer nog dan deze spraakmakende gebeurtenis, zijn het de momenten van treffende ‘tweezaamheid’ – zoals Ischa leven met Connie omschrijft in de serie – die bijblijven. De katoenen pyjama’s, gestreept en identiek, waarin de twee zich nestelen op bank, de E.T.-vingertjes die ze naar elkaar uitsteken als blijk van hun verbond, het zingen en dansen in de kamer op de door Ischa zo geliefde Franse chansons en de vierregelige gedichtjes die hij te pas en te onpas voor haar opdist. ‘Mijn brakke ziel / staat als een kaars te walmen / voor mijn liefje / Connie Palmen.’

Wende Snijders en Ramsey Nasr in I.M.

Handpoppen

Zie maar eens niet te vallen voor dit spelen. Natuurlijk zijn er ook de grootse gebaren, de buitenissige capriolen, door Van Erp met veel gevoel voor Ischa in beeld gebracht. Het draaiorgel waarmee hij haar opwacht voor zijn huis na een van zijn onvermijdelijke nachtelijke escapades. Het in een Amerikaans restaurant met veel bombarie goedmaken van een jaloerse uitbarsting. En wanneer er geen publiek in de buurt is, dan is er nog altijd de camera van Coen Stroeve om deze vastklampen-en-nooit-meer-loslaten-liefde teder en indringend gade te slaan.

Hij, kwetsbaar kind. Zij, diep ontroerd door de man die zich alleen raad wist met zijn emoties door ze, in de woorden van Ischa’s psychiater en leermeester Louis Tas, door anderen te laten 'handpoppen'. Ze heeft verdriet om zijn verdriet, huilt omdat het hem niet lukt. Om het verstoten zijn door zijn ouders, om de oorlog die hij deels doorbracht in een kamp in Bergen-Belsen, om zijn zucht naar seks die hem in weerwil van zichzelf en ondanks de intensieve psychoanalyse bij Tas (Hugo Koolschijn) in de handen van prostituees en minnaressen blijft drijven.

‘Hij is bang, hij is godvergeten eenzaam en hij hoort bij mij,’ zegt Connie in de eerste aflevering tegen haar uitgever Mai Spijkers (Guy Clemens) als hij vraagt of het wel een beetje gaat, met haar en de ‘Dikke Man’, hiermee verwijzend naar Ischa’s column in Het Parool. Tegen deze verlammende en verwoestende krachten blijkt, steeds weer, slechts één ding opgewassen: onwankelbare levenslust. Na zijn dood wil Palmen ook alleen maar in de buurt zijn van de mensen ‘die gieren van de lach om de wanhoop’, schrijft ze in haar boek.

Ultieme liefde

Van Erp bewees eerder al met het bekroonde Ramses (2014) dat hij uitstekend uit de voeten kan met mensen die, zoals hij zelf zegt, het leven durven opslurpen. Ook I.M. toont een getormenteerde ziel in al zijn zonderlinge zaligheid. Met aan zijn zij de vrouw die hem wist te doorgronden, de enige door wie hij zich liet kennen, en die toch niet vertrok.

Nasr beschikt zelfs met tien kilo extra buik niet over het postuur van Ischa, maar beheerst tot in de finesses diens neurotische loopje, dictie, vuurspuwende interviewtechniek en ostentatief geëtaleerde hunkering naar erkenning. De rol leverde hem een Gouden Kalf op.

Ook in Snijders herkennen we Palmen: snedig, aandachtvol, de behoedzame bewegingen van een knokig lichaam. Over zijn keuze voor Snijders zei Van Erp bij Op1: ‘Haar ziel komt bij je naar binnen als ze zingt.’ Meer had de regisseur niet nodig om in haar zijn ideale Connie te vinden, al is er volgens hem van een uiterlijke gelijkenis weinig sprake. Het staat een geloofwaardige weergave niet in de weg, betoogde hij. Het gaat om het vangen van de kern, niet om het neerzetten van een perfecte imitatie.

‘Accuratesse moet je soms in de steek laten, maar de waarheid nooit,’ antwoordde The Crown-scenarioschrijver Peter Morgan in interviews op vragen over de ‘echtheid’ van de Netflixserie over het Britse koningshuis. Het zijn vragen die onherroepelijk de kop op steken bij lezers en kijkers, zodra het fictie betreft die gebaseerd is op de feiten.

Hoeveel waargebeurd is er nodig om authentiek te zijn? En hoe belangrijk is het weten over echt en onecht in een werk dat een diepere waarheid ontbloot dan op basis van de pure feiten het geval zou zijn geweest? In het interview met De Goede noemt Palmen I.M. een roman ‘die zo waar is als wat’. In haar geest maakte Van Erp een waarachtige serie over een ultieme liefde.

I.M. wordt tussen 28 december en 1 januari dagelijks uitgezonden op NPO 1 (22.35 - 23.35uur). Vanaf 18 december is de serie al te zien op NPO Plus.