Weinig stempels zijn zo vervelend als dat van het ‘onverfilmbare boek’. Jarenlang stonden talloze titels zo bekend – van Game of Thrones en Dune tot Watchmen en Catch-22. De werelden zouden te complex zijn, de verhalen te veelomvattend of de stijl te ondoorgrondelijk. In de praktijk blijkt dat regelmatig best mee te vallen, zolang er maar mensen met een visie achter de knoppen zitten.
De meeste boeken van de Britse succesauteur Neil Gaiman gelden eveneens als onverfilmbaar. Gaiman schrijft monumentale boeken over goden en mythen, en een bewerking stuit op voorhand vaak op scepsis. Bij een verfilming moet de kijker toch wat meer aan de hand genomen worden en wat doe je in vredesnaam met al die goden en mythen?
Desondanks leverden Gaimans boeken door de jaren heen enkele aardige verfilmingen op. Good Omens werd bijvoorbeeld een vermakelijke Amazonserie met David Tennant en Michael Sheen, terwijl het eerste seizoen van zijn epische American Gods, ook Amazon, deed vermoeden dat een uiterst complex boek heus wel spectaculair verfilmd kon worden. Helaas raakte die laatste titel daarna vrij snel het spoor bijster, maar dat lag vooral aan chaos achter de schermen.
Gaimans succesvolle reeks The Sandman leek ook veroordeeld tot een plek in het Hollywoodschapje met ‘onverfilmbaar materiaal’. Al vanaf de jaren negentig werden talloze pogingen ondernomen om de boeken aan de kijker te brengen, maar de plannen strandden telkens in de ontwikkelingsfase. De conclusie luidde doorgaans: de boeken zijn te vreemd en te complex.