De VPRO Gids vierde in de zomer van 2022 de revival van het cassettebandje met Cassetteweb. Op een interactieve website verzamelden we foto’s en herinneringen van gidslezers over hun favoriete bandjes. Dit is een selectie van de allermooiste inzendingen.

Cassettebandje bij de geboorte van onze zoon

Harry de Vries

Op 11 september 1998 werd zoon Stijn geboren. Een ieder die op kraambezoek kwam kreeg een cassettebandje mee met daarop het nummer 'Shine On You Crazy Diamond' van Pink Floyd. Een tekstfragment daarvan stond op de binnenkant van het hoesje:

'Breathe, breathe in the air
Don't be afraid to care
Leave but don't leave me
Look around, choose your own ground
For long you live and high you fly
And smiles you'll give and tears you'll cry
And all you touch and all you see
Is all your life will ever be'

De foto op de voorkant is een foto van een tuimelaartje, onderdeel van een speeldoos, een kunstwerk gemaakt door Peter Hellemons.

Amerikaanse hardcore in snoepverpakking

Boudewijn Bleke Punk

De verpakking van een Americo-reep (“luchtige vulling met caramel in melkchocolade”) leek mij in 1985 heel geschikt om een cassettehoesje mee te maken. Twee letters achter de naam geplakt en je hebt gelijk America en hardcore samengebald. Een postzegel en een paar fragmenten uit een stripverhaal en het hoesje is zo goed als klaar. Bands en titels met de hand geschreven of (veel sneller) op een typemachine uitgetikt. In die jaren werd er veel op cassette opgenomen. Vinyl was duur, veel mensen waren langdurig 'in between jobs', dus ging je bij vrienden een middagje punkplaten draaien en 's avonds met een bandje met aangenaam anarchistische audio weer naar huis. Efficiënter, maar met iets minder goede geluidskwaliteit: een al opgenomen cassette lenen en 'high-speed' kopiëren op 90 minuten TDK of Maxell. Dat was bij de Americore-compilatie het geval. De originele tape kwam van een punkfan (of iemand van de band Lärm) uit de buurt van Amersfoort die stichtend werk deed met de levering van oa Minor Threat, 7 Seconds, TSOL, Scream en Jody Foster's Army (JFA). Nog steeds mijn favoriet dit bandje nummer 23.

Eindelijk ….!

Kees de Roo

Dit jaar zevenendertig jaar geleden werd ik ziek, belandde in het ziekenhuis en kreeg de voor mijzelf en mijn nog jonge gezin tamelijk verpletterende diagnose type 1! Al snel realiseerde ik me dat ik daar de rest van mijn leven aan vast zou zitten en dat ik dus van de één op de andere dag iemand “ met een kwetsbare gezondheid “ was geworden. Gelukkig kreeg ik veel steun uit mijn naaste omgeving, maar deze rubriek geeft me EINDELIJK de gelegenheid mijn dank uit te spreken voor een speciaal cassettebandje dat ik nog ín het ziekenhuis van een vriend kreeg!

Hij en ik deelden niet alleen de liefde voor volleybal, maar ook voor de actuele popmuziek van die tijd en op dit bandje stonden alleen maar nummers die met “suiker”, “eten” en “come on!” te maken hadden! Alleen op mijn kamer heb ik een avond lang geluisterd naar “ Savoy Truffle” van The Beatles, “Forbidden Fruit” van The Band en “Sugar Sugar” van The Archies! Tot tranen toe geroerd was ik en ben ik nog steeds als ik me voorstel met hoeveel inzet en toewijding je dat bandje ( de “Diabetenband” of “ Sugartape”) hebt samengesteld! Dus op deze plaats alsnog: Gerhard bedankt!

VPRO reizen langs de Nijl

Corien

De eerste podcasts. Een serie in een paar (5?) cassettebandjes over twee VPRO teams van twee verslaggevers (wie waren die beroemdheden ook weer) die langs de Nijl reizen in een soort van halve competitie. Gekocht omdat we de radiouitzending soms misten en graag nogmaals willen horen.

Het radioprogramma heette Een reis naar de bronnen van de Nijl. Het werd in 1984 uitgezonden. De verslaggevers waren Kees Slager, Paul Aalbers, Kiki Amsberg, Djoeke Veeninga, Ronald van den Boogaard, Gerard Jacobs, Roel van Broekhoven en Ton van der Graaf. Het is online in zijn geheel terug te luisteren

Van elk type eentje

Elisa Goudriaan

Als tiener in de jaren '90 verzamelde ik lege cassettebandjes. Ik probeerde van elk merk en elk subtype daarvan eentje te hebben. Ik liet ze in de verpakking en vond er als 40-jarige een aantal weer terug tijdens een grote corona-opruiming. Heb ze nog steeds niet weg kunnen doen...zoveel herinneringen. Vooral aan hoe ik van elk opgenomen bandje een klein kunstwerkje maakte (dat klinkt vast bekend?). Met gelpennen, permanent markers, potloden en Tipp-Ex. Zo kleurde ik de bandnamen in: Green Day, Caesar, Pearl Jam, Dead can dance, R.E.M., Nirvana, Alice in Chains, Pink Floyd, The Cure... ja, mooie herinneringen.

Slapen met de cassetterecorder op mijn oor

Chandra

In de jaren '60 begon mijn liefde voor soulmuziek. Vooral de Motown, de Stax records en James Brown was verreweg mijn idool.

Ik nam werkelijk alle soulmuziek op via mijn soul-LP's die ik wekelijks kocht van mijn zakgeld bij de platenwinkel waar ik als 10-jarige Javaanse meid met lange zwarte haren, met wijde soulbroeken en blokhakken wekelijks kwam. Ik had een smal rechthoekig cassetterecorder van Phillips en nam deze overal mee, waar ik ook heen ging. Toen ik op het internaat zat, waren mijn soulcassettes mijn troost.

Troost, in de grootste zin, omdat ik in de jaren 60 slechthorend begon te worden. En ongelukkig was op het internaat. Langzamerhand ging de volumeknop steeds harder bij het afspelen van mijn lievelingscassettes. Tot de volumeknop niet meer verder kon ... sliep ik met mijn hoofd op mijn cassetterecorder in plaats van een kussen. James Brown en al mijn soulmuziek sleepte me door mijn moeilijke jaren in de periode dat ik slechthorend begon te worden.

Nu 60 jaar later, en nog steeds slechthorend, luister ik ieder dag naar mijn ouwe gouwe soulmuziek... ik heb nog steeds die cassetterecorder en de cassettes.... Die gaan nog overal mee met mij...voor altijd verbonden in mijn soul...

Naar het Zuiden

Stephan

De cassette was in de jaren 80 natuurlijk het medium voor aanstormend talent om in eigen beheer je muziek de wereld in te sturen. Als beginnend bandje (hier uitgesproken als: bendje) legde je wat nummers vast op een huis-, tuin- en keuken cassetterecorder (soms met, heel geavanceerd, een losse microfoon). De opnamen kopieerde je dan op een dubbeldeck, om de zo ontstane demotapes te sturen naar de plaatselijke discotheek of bar, de jongerencentra in den lande.

Durfals stuurden ze ook naar de nationale radiozenders, maar daar wist je eigenlijk al van dat het verspild geld en moeite was.

Ook wij maakten in 1985 zo'n bandje (nu uitgesproken als bandje): opgenomen op de bovenverdieping van een rijtjeshuis in Waalre, met voornamelijk covers en een paar eenvoudige eigen nummers.

Wij, dat waren de Freaking Farmer Boys. Wij 3-en vonden onszelf best wel goed, maar voor buitenstaanders (dat wil zeggen, de rest van de wereld) was het volgens mij nogal moeilijk toegankelijke muziek (met een zanger die zijn 'instrument' als "throat" bestempelde, een accordeon en een drumkit bestaande uit lege jerry-cans). We noemden onze muziekstijl folkcore, naar de broodsoort, en we speelden veel country-klassiekers, country-rock (de Creedence), maar ook de Zangeres zonder Naam, Joy Division en Bach werden niet geschuwd of gespaard.

De Freaking Farmer Boys hoorden bij de durfals. Het betekende dat er ook een demo werd gestuurd naar het zuiden, naar het legendarische radioprogramma Domino Deel II, van Luc Janssen. Want die draaide daar af en toe demo's van beginnende bands op de nationale zender BRT.

Tot onze grote verrassing hoorden we op zekere zaterdagavond (ik zie dat het 30 november 1985 was) een compilatie van onze eigen nummers langskomen! Met daarbij de voor ons nog steeds legendarische uitspraak van Janssen: "Zijn deze jongens normaal? Nee, dat is een andere Nederlandse band."

Het was de kiem van een aantal gedenkwaardige optredens in jongerencentra in Belgie (o.a. JC de Brachtse in Brecht, en de legendarische Jamklub in Mol).

Heel veel verder dan hier zijn we in de muziekgeschiedenis niet gekomen. Na nog twee cassettes, een nummer op een compilatie-elpee en een in eigen beheer uitgebrachte singelkant zijn we elk ons weegs gegaan...

Koningin van de cassetterecorder

Anita Ruder

Altijd leuk om in het buitenland een bibliotheek binnen te lopen. Wat is daar anders dan bij ons? In de kleine Kallio bibliotheek, in een buitenwijk van Helsinki, kijk ik mijn ogen uit. Op de muziekafdeling worden nog cassettebandjes uitgeleend. Onder welke steen hebben die Finnen gelegen? Ik stuit op een fenomeen uit de oertijd. Uit mijn jeugd dus. Maar die veronderstelling blijkt voorbarig. De vriendelijke bibliothecaresse vertelt me dat er in de buurt veel jonge muzikanten wonen. In die muziekscene is het juist een trend om via cassettebandjes op te nemen. En die worden vervolgens uitgeleend in de plaatselijke bieb.

Onherroepelijk gaan mijn gedachten terug naar de tijd dat ik mijn eerste cassetterecorder kreeg. Ik was een jaar of twaalf en voelde me de koningin te rijk met dit apparaat. Dagelijks was ik in de weer om favoriete nummers op te nemen van de radio. Als de deejay tijdig stopte met praten, lukte het om een volledig nummer toe te voegen aan mijn playlist, hoewel dat woord toen nog niet gebruikt werd. Wat haatte ik de kletskousen die door het intro heen praatten en zo de opname bedierven.

Ik zette de wekker extra vroeg om voor schooltijd naar de Havermoutshow op Hilversum 3 te luisteren. En maar hopen dat Tom Mulder iets ging draaien van Fleetwood Mac of de Eagles. Met mijn vinger op de opnameknop luisterde ik gespannen naar de aankondiging van het volgende nummer. Het was altijd jammer als mijn moeder op een gegeven moment riep dat ik nu écht naar school moest…

Soms kon ik mijn vader strikken om iets voor me op te nemen van de Arbeidsvitaminen. De samenstelling van dat programma werd vooraf gepubliceerd in de omroepgids. Zo kon je precies uitzoeken welke nummers je wilde hebben.

Mijn recorder werkte ook draadloos op batterijen. Ooit heb ik hem stiekem meegenomen naar school om opnames te maken tijdens Engels. Monotoon doceerde de lerares over het belang van de ‘base sentences’, die je uit je hoofd moest leren. Met die geheime opnames hoopte ik mijn ouders te overtuigen dat de lessen Engels écht supersaai waren, wat de onvoldoende op mijn rapport rechtvaardigde.

In Finland stappen muziekliefhebbers rustig in de auto om ergens ver weg een nog werkende cassetterecorder te bemachtigen. Zou deze trend over de Baltische Zee naar Nederland overwaaien? Jammer genoeg zijn al mijn cassettes inmiddels verdwenen in de tijd en heb ik mijn recorder al jaren geleden bij de kringloop achtergelaten…

The Groove Juice Special

Sietse Hoeksma

Mijn meest geliefde cassettebandjes zijn de opnames van het onvolprezen VPRO radioprogramma uit de jaren 80 The Groove Juice Special, van Gert-Jan Blom en Frank van Meeteren. Handig waren de in de gids afgedrukte speellijsten van de gespeelde jaren 20 - muziek uit de heren hun persoonlijke collecties, die konden worden ingevouwen in het cassettedoosje (zie foto). Na een half uur werd je er ook attent op gemaakt dat het tijd was het bandje te draaien bij het opnemen. Hun enthousiasme en kennis heeft bij mij geresulteerd in een permanente liefde voor de uiteenlopende muziek uit de jaren 20; calypso, swing, jazz, stride guitar, gospel, crooners, componisten als Gershwin, Whiteman en Grofe. Het was geweldig. Zijn Gert-Jan en Frank niet te porren voor een podcast?

Het leuke bandje

Jan Kees van der Veen

In mijn studententijd haalde ik vaak elpees bij de discotheek, voor 25 cent per week. De nummers die ik interessant vond nam ik op met een oude bandrecorder. In een paar jaar tijd kreeg ik zo een flinke verzameling banden met bij elkaar gesprokkelde nummers, die ik draaide tijdens het studeren.

Toen het cassettebandje kwam, een aantal jaren later – ik werkte inmiddels, was getrouwd, had kinderen – pakte ik deze sprokkelgewoonte weer op maar nu met dit nieuwe medium en met een nieuwe bron: de radio. Op zondagochtend nam ik op Radio 3 Muziek Mozaïek van Willem Duys op, met mijn dubbeldeck plukte ik daar de leuke nummers uit en kopieerde die naar verzamelbandjes. Die verzamelbandjes werden thuis regelmatig gedraaid en gingen in de vakantie mee in de auto. Toen de kinderen wat ouder werden stelde ik speciaal voor hen een bandje samen met louter Nederlandstalige muziek, met sterke nummers van drs P, Dorus, Paul van Vliet, Annie M.G. Schmidt (liedjes uit de musicals), en anderen. Dit werd een groot succes tijdens lange autoritten in de vakantie. We waren nog amper van huis vertrokken of de kinderen begonnen al te zeuren om “het leuke bandje”.

Dit bandje is in die jaren zo vaak gedraaid dat de kinderen de liedjes uit hun hoofd kenden en de liedteksten een soort familietaal zijn geworden. Het is nu 30 jaar later, maar ik hoef op een familiebijeenkomst alleen maar te zeggen “moeder is de koffie klaar?”, of iemand roept: “Is hier ook een abattoir?”. Als ik zeg “Achttien kinderen gebaard in de plaggenhut” volgt steevast: “waarvan er negen zijn verdronken in de regenput”. Buitenstaanders kijken ons niet-begrijpend aan. Op enig moment heb ik het leuke bandje overgezet op CD en die de kinderen cadeau gegeven. Het was “het leuke schijfje” geworden. Maar ach, ook de CD is alweer passé…