De harde werkelijkheid van conflicten, oorlogen en crises dringt vanzelfsprekend door in de muziek van een tijdperk. In de sixties popmuziek weerklinkt de roep om vrijheid, terwijl in de jaren zeventig de rauwe punk weer een uitlaatklep was voor alle sociale ellende. Na de zo mensonterende Tweede Wereldoorlog begonnen hedendaagse componisten liever weer bij een nulpunt. De klassieke muziek van weleer had namelijk afgedaan. Met muziek in je hoofd durf je tegen heilige huisjes te schoppen, of in jezelf een stille revolutie te ontketenen.
Muziek als ultiem panacee in het rampjaar 1672. Van weemoedige, gepijnigde noten tot victorie kraaiende triomfdansen. Barokgezelschap Concerto d’Amsterdam en schrijver Geert Mak reizen door het land met een speciaal concertprogramma.
Rampspoed en creativiteit gaan zo al eeuwen hand in hand. Wat de wirwar aan crises – van corona en klimaat en van Oekraïne tot energie – straks voor muzikaal fraais gaat opleveren, moet allemaal nog in kaart gebracht worden. Maar Nederland heeft wel voor hetere vuren gestaan. Typ het woord ‘Rampjaar’ maar eens in op de zoekmachine en je stuit meteen op het jaar 1672.
In het Rampjaar 1672 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden van drie kanten bestookt. Het Frankrijk van Zonnekoning Lodewijk XIV, Engeland en de Duitse bisdommen van Keulen en Münster hadden hun oorlogszuchtige zinnen gezet op de Republiek. De muziek van die tijd weerspiegelt het verwarrende en ontwrichtende tijdsgewricht. Het barokgezelschap Concerto d’Amsterdam brengt deze cruciale periode nu tot leven in hun concertserie Het rampjaar 1672. Publicist en geschiedkenner Geert Mak reist met Concerto mee en legt verrassende dwarsverbanden tussen onze crisisjaren en het rampjaar 1672.
Muzikale emoties
De barokmuziek van Concerto d’Amsterdam vormt een ideale omlijsting van Maks verhaal. Het in 1991 opgerichte Concerto d’Amsterdam staat onder leiding van concertmeester Stefano Rossi. Sinds 2012 leidt de Italiaan het eigenzinnige barokgezelschap. ‘In onze programma’s kiezen we voor muziek met een verhaal. Composities die een tijdloze emotie weten over te brengen. Als het kan leggen we links met actuele ontwikkelingen,’ vertelt Rossi. ‘Een krachtige, authentieke uitvoering staat voorop maar we staren ons niet louter blind op de techniek. Als ensemble willen we midden in maatschappij staan.’ Geregeld kiest het Concerto d’Amsterdam voor een theatrale aankleding, variërend van opera tot gesproken woord. Het gezelschap werkte al samen met muziekcoryfeeën als Richard Egarr, Emma Kirkby en Barbara Hannigan.
Voor de concertreeks rond het rampjaar 1672 hebben Rossi en ensemblelid/repertoirekenner Hans Lub flink gegrasduind in de Europese barokmuziek van eind zeventiende eeuw. Wat zijn de muzikale trends van die broeierige periode? ‘Als je bijvoorbeeld kijkt naar de Duitse barok, dan hoor je veel gepijnigde gevoelens. Muziek vol tragiek en met een gewond hart,’ merkt Rossi. ‘Mensen waren zich maar al te bewust van de dood. Luister maar naar Bach, de duisternis komt je soms tegemoet,’ benadrukt Hans Lub. Als een leidmotief door de voorstelling loopt een vroeger variatiewerkje van de Nederlandse componist Jan Pieterszoon Sweelinck, Mein junges Leben hat ein End. Muziek die is doordesemd van melancholie, nu bewerkt voor ensemble. ‘De Nederlandse componisten waren nog behoorlijk conservatief in die tijd. De oude polyfonie en vroege Italiaanse barok waren nog invloedrijk. Er was geen hofmuziek en veel componisten schreven voornamelijk voor de kerk,’ legt Lub uit.
Aan de andere kant vierde de jubelbarok juist hoogtij aan het Franse hof. ‘De overwinningen van Lodewijk XIV werden gefêteerd met muziek en dans. De absolute heerser was er gek op. In feite was het pure propaganda wat zijn hofcomponist Jean-Baptiste Lully creëerde voor zijn Zonnekoning,’ vertelt Lub. ‘Baanbrekende muziek die in landen als Engeland en Duitsland van grote invloed was.’ Tijdens hun concertreeks speelt Concerto d’Amsterdam gedeeltes uit Lully’s opera Isis uit 1677. Een opera die aan de oppervlakte verwijst naar een heldhaftige mythologische wereld. Maar onderhuids bezingt Lully op slinkse wijze de recente Franse overwinning op de Nederlandse vloot. ‘De vrees en verering voor Lodewijk XIV ging in die tijd zover, dat deze triomfmuziek van Lully al klonk in de Amsterdamse Schouwburg voordat de vrede was getekend,’ weet Lub.
In andere werken dendert zowaar het wapengekletter de concertzaal in. Het opvallend moderne Battalia uit 1673 van Heinrich Ignaz Biber blijft verrassen. ‘Een uitzonderlijk ensemblewerk waarin je het strijdgekrakeel hoort, maar dat eindigt met een innig Lamento voor alle gewonden en gevallenen. Het geweld en de angst hoor je terug,’ beschrijft Rossi.
Concerto en Geert Mak maken samen een fascinerende rondreis. Parallellen met de huidige tijd – zoals het rampzalige conflict tussen Rusland en Oekraïne – zijn vlot te trekken. ‘Maar doordringen in de gedachten en gevoelens van de mensen uit 1672 is een onmogelijke opgave. Geschiedenis blijft altijd onbekend buitenland,’ geeft Lub toe.
De concerttournee van Het rampjaar 1672 in muziek en verhalen vindt plaats van 11 t/m 27 november op diverse historische locaties, waaronder Bergkerk Deventer (12 november), Waalse Kerk Amsterdam (18 november) en Nieuwe Kerk Den Haag (26 november).