Een ontwapenend inkijkje in het leven van een ander, meer kun je niet van een documentaire verlangen. Zeker niet als dat leven aangrijpend is, ingenieus verbeeld en intiem verwoord. In Flee kijken we mee met de Afghaanse Amin Nawabi, een veertiger die met zijn partner Kasper in Kopenhagen woont. Het stel is op huizenjacht, vooral aangejaagd door Kasper, terwijl Amin verdwijnt in zijn prestigieuze academische carrière. Amin deelt zijn levensverhaal voor het eerst, met horten en stoten en indringende stiltes.
Zijn gesprekspartner is regisseur Jonas Poher Rasmussen: ‘We kennen elkaar sinds onze jeugd en Amin wilde nooit over zijn verleden vertellen, omdat hij niet tegen me wilde liegen. Nu was hij eraan toe zijn echte verhaal te vertellen en mocht ik onze gesprekken opnemen.’ In geanimeerde beelden van een jeugd in Kabul springt de kleine Amin in de nachtjapon van zijn zus over straat. ‘Ik denk dat ik altijd de neiging had een beetje anders te zijn […] ik hield van de aandacht.’ Amin volleybalt, vliegert en speelt met zijn oudere broer en zussen, zijn moeder kroelt hem in zijn nek. Zijn vader is de grote afwezige. Onder het communistisch regime is hij opgepakt en verdwenen, de haren van Amins moeder kleurden op slag grijs.