Je bent met de fiets op vakantie en je gaat met de locals mee. Deze tips passen perfect bij jouw vakantie.

Je tips

VPRO Tegenlicht: Zuidassers

tegenlicht

Een goed inkomen, een mooie auto, status en een baan die het uiterste van je vraagt. Zuidassers hebben niets te klagen, toch? Niets blijkt minder waar.

‘De mensen die bij mij komen, zijn mensen die zich alleen voelen,’ zegt Oscar Westra van Holthe. (...)

‘Ze doen mee aan het systeem, maar ze voelen zich niet gezien’ 

Westra van Holthe is psycholoog op de Zuidas en spreekt dagelijks werknemers. ‘Ze doen mee aan het systeem, maar ze voelen zich niet gezien.’ 

Professionals in het zakendistrict van Amsterdam zijn slim en kunnen heel goed reflecteren, zegt de systeemcoach. Ze zien goed aan welk spel ze meedoen. De grote vraag die ze dan ook hebben is: ben ik nou gek of niet?

In deze video van VPRO Tegenlicht zie je hoe Zuidassers worstelen met zichzelf. Hoe gelukkig zijn zij eigenlijk?

Bekijk de video via deze link.

DAAN KUYS

Dit was een Koostip. Meer Koostips? Download de app!

Reizen Waes

programma

Reizen Waes blijft in het zesde seizoen dicht bij huis. Ditmaal trekt Tom Waes op zijn kenmerkend ontwapenende wijze door Vlaanderen. ‘Ik laat me makkelijk meedrijven.’

In Reizen Waes komen dit seizoen geen oorlogsgebieden voor, al maakt presentator Tom Waes (1968) wel een ritje in een nagebouwde tank. Aan de telefoon vertelt hij over deze bijzondere reeks in Vlaanderen, die wat hem betreft een ‘geluk bij een ongeluk’ is. (...)

‘We maken geen hoogstaande televisie, maar we maken wel vaak iets wat mensen aan het denken zet’

Hoe is Reizen Waes eigenlijk ontstaan?

Waes: ‘We hadden net de derde reeks van Tomtesterom gemaakt [een programma waarin Waes elke week een uitdaging aanging, red.] en dat was in België de succesvolste editie. De vraag was daarom groot om nog een seizoen te maken, maar we voelden dat we in cirkels aan het ronddraaien waren. Op een bepaald moment moet je dan durven zeggen: we stoppen ermee en gaan iets anders doen. En dan begin je na te denken en roept iemand: misschien een reisprogramma? Maar daar zijn er al zo veel van. Zo kwamen we op de lijst van het ministerie van Buitenlandse Zaken van landen met een negatief reisadvies en waren we er ineens. Afreizen naar landen waarvan dat wordt afgeraden en kijken of dat terecht is. Het seizoen daarna konden we dat alleen moeilijk volhouden, want het is al snel een oorlogsgebied of anderszins gevaarlijk. Zo is het geëvolueerd totdat we door corona in eigen land moesten blijven.’

Waar zouden jullie eigenlijk naartoe gaan?

‘Ik heb Japan nog gedraaid, 4 maart kwamen we terug en toen was het gedaan. 12 Maart gingen we in lockdown, terwijl we de dag daarna naar Saoedi-Arabië zouden vertrekken. We zouden ook naar Jemen gaan en naar de Appalachen in Amerika, maar half maart was wel duidelijk dat het dit jaar niet meer ging gebeuren. Toen moesten we snel schakelen en hebben we besloten een seizoen over Vlaanderen te maken.’

Wat voor reacties kregen jullie op de oproep voor bijzondere plekken?

‘Voor een groot deel waren het commerciële dingen: “We hebben een B&B, we verhuren kajaks en we organiseren fietstochten.” Dat hebben we er allemaal uitgefilterd, dat is de bedoeling van ons programma niet. Verder hebben we gekeken naar wat ons prikkelt, en dat zijn de simpele dingen. Bij Reizen Waes moeten we het niet hebben van toeristische tips, maar van leuke ontmoetingen met verrassende mensen.’

In de eerste aflevering zitten ook twee persoonlijke tripjes, onder meer naar de plaats waar uw overgrootvader is overleden.

‘Dat is eigenlijk toevallig, omdat het zich afspeelt in West-Vlaanderen en daar liggen mijn roots. Het was zeker niet de bedoeling om er een persoonlijke reis van te maken. Dat neemt niet weg dat ik het fantastisch vond, want mijn mama leeft nog en ze heeft nooit de ware toedracht geweten van de dood van haar grootvader. Als je dat dan kunt onderzoeken is dat mooi meegenomen. En ik ga langs Willem Vermandere [Vlaamse kleinkunstenaar, schrijver, dichter, beeldhouwer, levensfilosoof, zanger, gitarist, basklarinettist en schilder, red.], maar die kennen jullie waarschijnlijk niet in Nederland.’

Niet echt, nee. Bij uw bezoek aan hem bent u zichtbaar geëmotioneerd. Hoe is het om je zo kwetsbaar op te stellen?

‘Ik zou niet anders kunnen. Ik heb dat altijd zo gedaan. Waarom zou je je emoties wegsteken? Het is niet dat ik constant loop te huilen, maar ik laat me makkelijk meedrijven. Mensen smaken dat eigenlijk ook wel.’

Het is misschien wel iets wat uw programma’s uniek maakt?

‘Nou uniek, of allez, toch tenminste eerlijk. Dat is geen evidentie, maar een persoonlijke keuze. Je hebt mensen die er ongemakkelijk van worden om emotioneel te zijn, ik heb dat compleet niet. Ik krijg daar ook heel veel reacties op en dat stimuleert mij om te doen wat ik doe. Op die scène met Willem Vermandere heb ik zo veel mooie reacties gekregen. Vroeger had je nog niet dat mensen op sociale media zo veel reageerden, maar nu blijft het komen. Dat is heel confronterend, want het is soms heel kort op de bal, maar ik vind dat eigenlijk heel aangenaam. Het kan ook negatief zijn en daar kan ik goed tegen, mits het goed gefundeerd is. Want tegenwoordig heb je ook wel mensen die heel gratuit hun mening spuien. Het mooie is dat je nu heel snel merkt of iets aanslaat én of er naar wordt gekeken. Gisteren werd de tweede aflevering hier uitgezonden en dan hebben we 59 procent van de kijkcijfers, dat is absurd. Je kunt die hype niet vergelijken met Nederland.’

In Reizen Waes reflecteert u vaak op maatschappelijke problemen, zoals de leegloop in Polen of de werkdruk in Japan. Doet u dat in Vlaanderen ook?

‘In de eerste aflevering over West-Vlaanderen nog niet, maar dat is puur toeval. Het is geen oorlogsgebied, dus dat kun je er ook niet van maken. Maar dat zit zeker wel in de aflevering over Brussel, waar we in Molenbeek in een asielzoekerscentrum zijn geweest waarover heel veel te doen was. We zijn daar gewoon eens gaan kijken.’

Ligt dat gevoeliger, om zoiets in eigen land te doen?

‘Ja, dat maakt het zeker niet gemakkelijk. Iedereen kent de situatie en heeft er een mening over, het is vlak bij huis. Ik laat daar eigenlijk vooral mijn gevoel spreken, want we gaan niet naar een asielzoekerscentrum om een politiek standpunt in te nemen. Het gaat om mijn indruk op dat moment.’

Wat vindt u dat de functie van een reisprogramma is?

‘Een kijk op de wereld geven. In de zomer, als mensen zelf op vakantie gaan, krijgen we reacties van mensen die op plekken zijn geweest die wij hebben bezocht. Dan zijn ze door ons naar Albanië gegaan of hebben ze een stuk van een route door Amerika gereden. Dat vind ik heel leuk, omdat je het gevoel hebt dat je programma ertoe doet. Het blijft entertainment, ik ben me er heel bewust van dat we geen hoogstaande televisie maken. Maar we maken wel vaak iets wat mensen aan het denken zet. Zo waren we tijdens de oorlog in Zuid-Soedan en er was hier veel gedoe over vluchtelingen die daar vandaan kwamen. Dankzij die aflevering beseften veel Belgen waar die mensen eigenlijk voor op de vlucht waren. Als we mensen kunnen aanzetten om iets verder te kijken dan hun neus lang is, ben ik heel blij. Als ik dat kan verwezenlijken en ze iets mee kan geven.’

Valt er na het maken van deze reeks iets over de Vlaamse identiteit te zeggen?

‘Het klinkt heel klef, maar: gastvrijheid en gezelligheid. Dat was heel aangenaam en heel opvallend, ik kan het bijna niet uitleggen, maar dat is me opgevallen tijdens alle afleveringen.’

Waarom reizen jullie eigenlijk niet door Wallonië?

‘Het is heel simpel: we hadden zes afleveringen en met vijf provincies en Brussel kwam dit perfect uit. Maar als corona blijft huishouden zoals zij nu huishoudt, denk ik dat we nog wel een seizoen in België kunnen maken, want ik zie ons in 2021 nog geen grote reizen maken.’

Kijken er eigenlijk Walen naar het programma?

‘Nee. Misschien dat ze er zijn, maar niet dat ik weet. We wonen in hetzelfde land, maar zijn compleet gescheiden. Dat is toch heel raar hè? We leven in volledig afzonderlijke werelden. Ik presenteer soms een evenement samen met een Franstalige presentator. Als we daar staan komen alle Vlamingen naar mij voor een selfie of een handtekening en zegt hij: “Zo, je bent echt heel bekend in Vlaanderen.” En dan zie ik al die mensen bij hem en zeg ik: “Gij bent echt keibekend in Wallonië.” Terwijl ik die gast nog nooit heb gezien.’

U bent bekender in Nederland dan in Wallonië?

‘Absoluut. In Wallonië kent niemand mij! Ze kijken Franstalige televisie. In Nederland lopen Tomtesterom en Reizen Waes al vrij lang op npo 3, dus af en toe kwam er weleens iemand zeggen: “U heeft een leuk reisprogramma.” Sinds Undercover [de populaire Netflixserie waarin Waes de hoofdrol speelt, red.] is dat wel heel erg veranderd. Maar zowel in België als Nederland geldt dat het eigenlijk altijd heel aangenaam is. Ik was een tijd terug in het Kröller-Müller Museum op de Hoge Veluwe en dan komen mensen op het terras heel beleefd naar je toe, of ze even iets mogen zeggen. Dat stoort mij eigenlijk nooit.’

Zou u een Reizen Waes: Nederland kunnen maken?

‘Absoluut, en dat gaan we ook doen. In het najaar zal er een Reizen Waes: Nederland te zien zijn.’

Hoe gaat u dit aanpakken?

Reizen Waes is geen grote travel show, we hebben zo’n vijf tot zes leuke ontmoetingen per aflevering. Hoeveel provincies hebben jullie? Veel he?’

Twaalf.

‘Nou dat zijn dan zo’n zestig ontmoetingen met leuke Nederlanders. Die zestig leuke mensen moet ik tussen de zeventien miljoen mensen wel vinden, he?’

Voor een van de mooiste duiken van de wereld hoef je niet eens naar de andere kant van de wereld, zegt iemand tijdens een van uw ontmoetingen.

‘Ik heb over heel de wereld gedoken en de Noordzee heeft zo’n slechte reputatie, maar dan duik je op een van de mooiste dagen op het jaar en is het zo ongelofelijk prachtig. Dan heb ik zo’n geluk. Zonder corona had ik dat nooit gedaan, dus het is een geluk bij een ongeluk geweest om hier te moeten blijven.’

Wat was de mooiste ontmoeting?

‘In Limburg ben ik in de cités [arbeiders- en migrantenwijken, red.] meegenomen door een Turk, een Griek, een Italiaan en een Marokkaan. Jonge gasten die mij mee op sleeptouw namen om toch een andere kant te laten zien. Dat was heel leerrijk, een toonbeeld van gastvrijheid en intelligentie. Van alle afleveringen was die ontmoeting voor mij het meest hoopgevend.’

TARA LEWIS

VPRO Tegenlicht: Minitopia

tegenlicht

VPRO Tegenlicht gaat op zoek naar innovatieve manieren om de woningnood te verlichten. Onder meer op Minitopia, een voormalige milieustraat in ’s-Hertogenbosch waar huizen demontabel, licht en duurzaam zijn. De VPRO Gids nam er een kijkje. ‘Wat heb ik eigenlijk nodig? Bijna niets.’

‘Vrienden zeggen dat mijn huis op een kratje Bavaria lijkt, en daar hebben ze vanwege de vorm en kleur wel een beetje gelijk in,’ zegt Thijs van der Aalst lachend. (...)

‘Eigenlijk wilde ik altijd al in een container wonen. Misschien omdat mijn vader staalbewerker was’ 

De werktuigbouwkundige staat op een ladder en probeert met spanbanden de stalen luiken op de eerste verdieping van zijn blauwe containerwoning vast te zetten. Je zou het een bijzonder huis kunnen noemen, maar hier op Minitopia in Den Bosch is dat een beetje raar. Níéts is hier gewoon.

De tijdelijke wijk is een project van bureau Rezone van architect Rolf van Boxmeer en ontwerper openbare ruimte Tessa Peters. Toekomstbestendig wonen is hun specialisme en missie en dat betekent vooral duurzaam en flexibel, met een grote inbreng van de bewoners. Geen grote financiële bijdrage, wel wat betreft creatieve ideeën en zelfwerkzaamheid. Hoe ze daarbij te werk zijn gegaan staat in het fraaie net verschenen Minitopia – Ruimte voor je woonwens. Leuker is het natuurlijk om er zelf even te gaan kijken. Zeker bij mooi weer. De slagboom, een herinnering aan de milieustraat die hier zat, staat toch altijd open.

Dertig totaal verschillende woningen staan er op Minitopia, al hebben ze ook enkele belangrijke overeenkomsten. Ze zijn licht en makkelijk te demonteren, zodat ze na een verhuizing weer elders zijn op te bouwen. Bovendien zijn ze geselecteerd op duurzaam materiaalgebruik. Sommige bewoners hebben hun stulp zelf gebouwd, andere kozen deels voor het gemak van prefab. Huizen luisteren naar namen als Sterrenwacht, Stropaleis of Razzle Dazzle en de ruime staplaatsen kosten 300 euro per maand. De ruimte tussen de woningen is royaal en blijkt gebaseerd op brandweervoorschriften. De onderlinge afstand voorkomt dat iedereen zelf schuttingen optrekt. Een Gammakwaal die elke nieuwbouwwijk treft en haaks staat op het bevorderen van gemeenschapszin.

Anders denken

Allemaal bijzonder leuk en heel aardig, maar het is wel tijdelijk. Toch bevordert juist dit aspect innovatief en verrassend bouwen. Want hier zet je geen huis van baksteen neer. Dat is zonde van het materiaal en weggegooid geld als het na vijf jaar gesloopt wordt. Op tijdelijk Minitopia zet je een woning neer die later mee kan verhuizen naar een nieuwe stek. Light living is de door Van Boxmeer bedachte term voor deze woonvorm. Dat is zeker niet dé oplossing voor het huisvestingsprobleem, maar het laat wel zien dat betaalbaar duurzaam en flexibel bouwen mogelijk is.

Mits je je handen uit de mouwen wil steken, zoals Van der Aalst. ‘Ik was hier eerst om iemand te helpen bij een klus. Toen keek ik om me heen en dacht: ik ga een huis van staal bouwen.’ Hij kocht zes containers, ‘een rare markt’, stapelde ze op elkaar en begon te schuren en te verven. ‘Omdat hier al veel aardse kleuren waren, zoals groen en bruin, heb ik voor boerenkielblauw gekozen. Past goed bij zeecontainers.’ Dat staal ‘dampdicht’ materiaal is, zorgde nog wel voor uitdagingen in verband met vochtontwikkeling en die zijn nog niet allemaal verdwenen. Ruim twaalf liter blauwe verf smeerde Van der Aalst weg en een klein deel van het blauwe oppervlak heeft alweer losgelaten. ‘Dat is op de plek waar ik niet geschuurd had, dus je ziet dat het nut heeft.’ Wie problemen zo positief benadert is hier op zijn plaats. Wonen op een testlocatie vereist tenslotte anders denken.

Ploggen

 Voor 13A, ’t Pak[op]huis, staan analist bio-informatica Edwin van Zon en zijn vriendin Iris Hijne, afgestudeerd werktuigbouwkundige, synchroon te strijken. Knaloranje verf, die opmerkelijk goed matcht met het oranje werktenue van Van Zon. ‘Dit potje hadden we nog staan en gebruiken we als grondverf voor de bekisting van een nieuwe plantenbak.’ Het is niet zo dat ze dag en nacht klussen, maar omdat ze tot de laatst gekomen Minitopianen horen zijn ze nog druk. En passant helpt Iris een wijdverbreid misverstand de wereld uit. ‘Een studie werktuigbouwkunde betekent niet per se dat je handig bent, al denkt iedereen dat wel.’ Als relatieve nieuwkomers hebben ze nog niet veel gemeenschappelijke activiteiten meegemaakt. ‘Van de week had iemand een karretje geregeld om compost te halen en toen werd wel meteen aangeboden om voor meer bewoners te halen.’ De vogelhuisjes op hun voorgevel detoneren nogal met de omgeving. Vijftien aan elkaar vastzittende identieke exemplaren met elk zelfs een eigen huisnummertje. Een Vinex-straatje voor vogels op een vrijwonenterrein. ‘Die komen nog van mijn vader,’ zegt Iris. ‘Hij wilde ervan af.’

Een buurvrouw in sportkleding loopt voorbij met een afvalknijper en een vuilniszak. De Minitopiaan gaat ploggen – een combinatie van joggen en zwerfafval opruimen – op het sportveld van de naastgelegen nieuwbouwwijk. Daar zien we de ironie wel van in.

Het contrast tussen beide buurten is enorm. Robuuste eenvormigheid versus lichte diversiteit. De aarden wal rond de nieuwbouw is op één plek weer afgegraven. Een wijkdoorbraak om onderlinge interactie te stimuleren en een shortcut te bieden. Waar voorheen de milieustraat liep, is nog goed te zien. Rezone had graag gewild dat Milieustraat ook de officiële straatnaam was geworden, maar dat vond men op het stadhuis niet zo’n goed idee. De plek waar gewicht en prijs werden bepaald voor de ontdoeners is nu gezamenlijke ruimte De weegbrug, waar bezoekers vóór corona ook een bakkie konden doen. Een idyllisch ogend heuveltje naast het terrein blijkt een afgedekte vuilnisbelt en de kluisachtige oude opslagplek voor zwaar chemisch afval is nu opbergruimte.

Blufmail

Stuiterend met een basketbal loopt een jongeman richting zijn groene huis. Hij heeft een balletje gegooid op het schoongeraapte sportveldje. De basketballer heet Frank van Beuningen en woont met zijn vriendin Nanne Duffhues in twee gekoppelde containers. Dat kwam zo. Grafisch vormgever Frank en orthopedagoog Nanne zochten avontuur. Ze namen ontslag, zegden de huur op en vertrokken naar Zuid-Amerika. Voor hoelang wisten ze niet. Best radicaal en ze hadden er misschien nog wel gezeten als Nanne bij de Andes in Peru geen hoogteziekte had gekregen. Dit maakte abrupt een einde aan hun droom en na een half jaar waren ze weer ‘thuis’, al was dat noodgedwongen bij de ouders van Nanne.

Totdat ze hoorden van Minitopia. Frank: ‘Ik heb toen een blufmail naar Rezone geschreven met een plan voor een huis op wielen. Misschien kun je dat beter niet opschrijven, alhoewel, ik woon hier nu toch.’ Die wielen kwamen er niet, maar Frank koesterde een jongensdroom. ‘Eigenlijk wilde ik altijd al in een container wonen. Misschien omdat mijn vader staalbewerker was.’ Op naar Rotterdam, want iedereen weet dat je daar moet zijn voor de beste bakken. ‘We zijn in allerlei verschillende exemplaren gaan staan om te ervaren hoe het voelt in een container. Best raar. Gek genoeg konden we ook maar weinig informatie vinden over een huis maken van een container,’ aldus Nanne. Inmiddels weten ze alles over condensvorming en koudebrug en dankzij pa’s staalvaardigheid is alles gelukt. Bij hun voordeur hangt een enorm lange handgeschreven klussenlijst. Die is nog lang niet afgewerkt, al staan er wel steeds meer doorhalingen op. Een grote wandkaart van Zuid-Amerika herinnert aan de avontuurlijke reis die ze uiteindelijk op Minitopia bracht.

Verspreid over het hele terrein liggen nog gebutste, oude, dikke stelconplaten. Fietsbanden en blote voeten zijn daar niet gek op en dit ongerief is een terugkerend punt op het bewonersoverleg. Lekrijden is eigen schuld. Een bord bij de ingang maant fietsers namelijk af te stappen. Veel passanten komen hier trouwens niet. De meeste bezoekers zijn kijkers, net als in een openluchtmuseum. Op de voorste bewonersparkeerplaats staan meer bestelwagens dan vierdeursauto’s. Handig vervoer voor doeners. Opvallend veel bewoners houden (van) kippen.

Huis van de toekomst

Er kan veel hier, maar niet alles. Een huis van zand door aanhangers van de Earth Movement zag men bij Rezone niet zitten. Past niet goed bij het Nederlandse weer en dat gold ook voor het plan om een joert, een ronde Mongoolse nomadentent, te betrekken. Het compromis werd een houten joert. In Ulaanbaatar kan men er vast om lachen.

De Kameleon van Pieter Bardoel is de kleurrijkste woning op het terrein. Terwijl deze dieren erom bekendstaan dat ze de kleur van hun omgeving aannemen, valt dit huis op door de kleurencombinatie rood, geel en groen. Dat blijken de kleuren te zijn van het gelijknamige bootje uit de boeken van Hotze de Vries. Bardoel belandde na zijn scheiding op Minitopia. ‘Ik dacht: wat heb ik eigenlijk nodig? Dat was bijna niets. Twee tassen met kleding en wat keukenspullen.’ Hij ontwierp zijn huis op de computer, bestelde het benodigde op maat gezaagde hout en met drie personen zette hij in een dag zijn huis in elkaar. Daar kwam een dikke laag geperst houtvezel tegenaan en daarna ging er een oud vrachtwagendoek als canvasjasje omheen. Vandaar die kleuren. Bardoel is de overtreffende trap van handig. Niet alleen het huis is van een van zijn rechterhanden, ook de energiezuinige een stijlvolle inrichting bedacht en maakte hij zelf. Na demontage kan het in een andere vorm weer in elkaar gezet worden. De Kameleon zit vol duurzaam vernuft en doet ook dienst als modelwoning. Handig, want de bouwkundig ingenieur ontwerpt in zijn op eenhoog gevestigde tekenstudio ook huizen en inrichtingen voor anderen. Alles is circulair te gebruiken in dit huis van de toekomst.

Huismussen

Het toeval wil dat er deze maand op Minitopia twee plekken vrij komen voor nieuwe bewoners. Een lege terp voor een zelfbouwer en wie minder graag zijn handjes laat wapperen kan voor 90.000 euro het fraaie zogeheten Loodshuis kopen. Overbieden mag, maar dan moet het huis wel weg van Minitopia. Met dit beding wordt speculatie voorkomen. Het moet wel leuk blijven. Nu gebleken is dat deze woonvorm werkt en aanslaat krijgen meer gemeenten belangstelling. Tessa Peters en Rolf van Boxmeer hebben inmiddels tientallen groepen bestuurders rondgeleid en je moet haast wel een hart van baksteen hebben wil je niet gecharmeerd raken van dit moderne Asterixdorp. Daarom komt er dit jaar in Eindhoven Noord een terrein beschikbaar met honderd kavels voor vrij wonen, Minitopia XL.

Er staan niet alleen tiny houses, er is ook een Stiny House. Dat is geen spelfout, maar een stukje branding van Stijn Mertens. De duurzaamheidsvlogger woont bij de ingang van Minitopia en leeft zo veel mogelijk met de natuur. Zijn buitenmuur zit vol nissen en overal hangen vogelhuisjes in allerlei kleuren. Mertens: ‘Het is een natuurrijke gevel. Lekker voor hommels, bijen, vlinders en vleermuizen. En ja, soms hoor ik ook geknabbel.’ Hij schetst enthousiast en aanstekelijk de voordelen en de noodzaak van natuurlijk wonen en leven. Dat is kortom, goed voor iedereen behalve de eikenprocessierups, maar ‘die hoort hier niet’.

Elke dag begint hij met een duik in de vaart tegenover zijn huis. ‘Kijk om je heen. Zo’n uitzicht heb je alleen in een huis van drie miljoen. Dat heb ik niet, maar het uitzicht wel.’ Als we hem wijzen op het verschil in vogelhuisjes tussen die op 13A en hier leren we meteen weer iets. ‘Daar zitten waarschijnlijk huismussen in. Die zitten graag bij elkaar.’ Voordat we thuis een balletje gaan opwerpen over verhuizen naar een terp vragen we de oprichters waarom ze zelf niet in dit paradijsje wonen. Peters: ‘Je moet nooit bij je werk gaan wonen. Als ’s nachts de stroom uitvalt of er is een keer geen water, bellen ze jou als eerste uit bed.’

HUGO HOES