Iedereen heeft wel een plekje in zijn hart of hoofd dat Antarctica heet. Een eenzaam, kwetsbaar oord waar stilte en bezinning heerst. Het zuidelijke oercontinent heeft een magische bijklank. Kunstenaars zoeken er inspiratie. Soms door er ter plekke beeld en geluid vast te leggen, anderen zien het meer als een denkbeeldig Shangri-La in het ijs.
De Australische componist Mary Finsterer is gefascineerd door de zuidpool. Haar tweede opera Antarctica is een ode aan dit bedreigde continent. Als een schouwtoneel waar mythes, historie en wetenschap samenkomen. ‘Antarctica verovert zo’n prominente plek in ons bewustzijn. Een oord dat desolaat, afgelegen, weids is. Je hebt het gevoel dat taal of geschiedenis er niet van belang zijn. Antarctica verleidt je op zoek te gaan naar het eeuwige. We zijn meer dan alleen vlees en bloed. Verbeelding is de sleutel en diep in je eigen innerlijk ga je op zoek naar antwoorden,’ vertelt Finsterer aan de telefoon vanuit Melbourne.
Dat Antarctica tijdens het Holland Festival in wereldpremière gaat is niet helemaal toevallig. Mary Finsterer (59) heeft een sterke band met Nederland. In de jaren negentig studeerde ze bij Louis Andriessen in Den Haag. Finsterers vroegere composities waren nog verpakt in een een tikkeltje complexe, modernistische klanktaal. Sinds de eeuwwisseling heeft haar werk een meer spirituele draai gemaakt. Meeslepende, sensitieve muziek waarin invloeden uit de renaissancemuziek, het postminimalisme en het serialisme zijn te ontwaren. Een verbeeldingsrijk klankidioom dat zich goed leent voor opera’s en zelfs filmsoundtracks.