Een zee aan stemmen verheft zich. Diepmenselijke stemmen getekend door authentiek craquelé of luidkeelse zang doordrenkt van expressie. De Duitse componist en theatermaker Heiner Goebbels spitst zijn oren zodra mensen zingen, praten, prevelen, neuriën. De laatste dertig jaar heeft hij al rondreizend een persoonlijk geluidsarchief opgebouwd. Gewapend met een ijzeren geheugen en opnameapparatuur legt hij zielkervende geluidssnippers vast. Fragmenten van zingende mensen die hem opvallen, of die hij misschien later wil verwerken in een van zijn baanbrekende muziektheaterstukken. Zijn hoofd en archief lopen over van dergelijke momenten: stemmen en geluiden uit vervlogen tijden die de verbeelding aanvuren.
Voor zijn groots opgezette orkestwerk A House of Call. My Imaginary Notebook bladert Goebbels door zijn denkbeeldige notitieboekje. Samen met geoefend sparringpartner Ensemble Modern worden de kleurrijke stemflarden tot leven gewekt; van een eenzame Armeense zanger en een bevreemdend Amazone-ritueel tot de filosofische bespiegelingen van Goebbels’ goede vriend Heiner Müller. Ter inspiratie plunderde Goebbels veel fonografische collecties en muziekarchieven. ‘De verzamelde stemmen hebben me diep geraakt en ze intrigeren me mateloos,’ vertelt Heiner Goebbels tijdens een Zoom-gesprek. ‘Ze hebben een gemeenschappelijke kwaliteit. Er ontstaat een spannende wrijving tussen de stemmen, de teksten en de klankkwaliteit van de opnames. Niet alle stemmen die ik heb opgenomen zijn puntgaaf of bloedmooi. Soms zijn ze vervormd, of vol met kraakjes. Gesproken teksten lossen op en gaan over in een lied. De rauwe, materiële kant van spraakopnames en zangstemmen wordt benadrukt.’