Waar filmregisseur-performancekunstenaar Wu Tsang opduikt, is danser Tosh Basco nooit ver weg. In Moby Dick; or, The Whale heeft Basco (alias boychild) de rol van Queequeg: inboorling van Kokovo, koningszoon, behendig harpoenier, ‘George Washington in een kannibaalse versie’ (aldus Melville); waarschijnlijk voor het eerst, te midden van alle bewerkingen die de klassieker kent, gespeeld door een transgender. Call me Ishmael, de fameuze beginzin, wordt hier uitgesproken in bed. Daarmee is niet gezegd dat deze bewerking, een stomme film, ingekleurd en collageachtig, simpelweg focust op de buitengewone liefdesgeschiedenis die Moby Dick ook is.
De film, met livemuziek van componist Caroline Shaw (een zee van kwikzilverige strijkers), steunt op een adaptatie door Wu Tsang en schrijver Sophia al Maria. En ook die laatste naam duikt regelmatig op in Tsangs nabijheid. Ishmael en Queequeg schepen in op walvisvaarder de Pequod ondanks duistere voorzeggingen, zo wil het verhaal in de kloeke roman uit 1851. Dat geldt ook voor deze ingedikte versie, die wordt doorsneden met terzijdes van een excentrieke bibliothecaris over kolonialisme en andere grote thema’s (Hitler is een referentie) – een rol van de New Yorkse dichter en cultuurtheoreticus Fred Moten.
Moby Dick; or, The Whale is daarmee niet alleen de nieuwste film van Wu Tsang (Worcester, Massachusetts, 1982), maar ook een aanwinst op het gezamenlijke conto van collectief Moved by the Motion, waartoe naast bovengenoemden ook cellist Patrick Belaga, choreograaf Josh Johnson en dj-musicus Asma Maroof horen.
Het collectief vergelijkt zichzelf graag met een band. De verschillende kunstdisciplines die de leden vertegenwoordigen, zijn als de instrumenten in een popgroep. In gezamenlijkheid verkennen zij de wisselwerking tussen film, performance, tekst, beweging en geluid. Hiermee geven zij een vervolg aan de performance Moved by the Motion waarmee de samenwerking tussen Wu Tsang en Tosh Basco een jaar of tien geleden begon.
Bakermat is Los Angeles, waar Wu Tsang en Asma Maroof onder de titel ‘Wildness’ een vaste clubavond bestierden in Silver Platter, een latinohomobar die allengs een jonger en gevarieerder lhbtiq-publiek trok. Wildness (2012) was ook de titel van de film die Tsang maakte over die community, met de bar als sprekend personage. Toen Wu Tsang in 2019 een uitnodiging kreeg van het Schauspielhaus Zürich om daar artistiek leider in residence te worden en zij toehapte, verhuisde de band grotendeels met haar mee.
In coronatijd maakten ze met modeontwerper Virgil Abloh voor de najaarsmannencollectie 2021 van Louis Vuitton de film Stranger in the Village naar een essay van James Baldwin. In dezelfde periode bogen ze zich over het Orpheus-thema; een verkenning van de sociale implicaties van zien en gezien worden. De schemer van de ‘underground’ is een persoonlijke fascinatie van Wu Tsang, zoals ook blijkt uit de keuze voor Moby Dick, met zijn onderstroom aan motieven en conflicten. En ja, uiteindelijk kleurt het water bloedrood.