‘Tijd om je afkeuring te laten blijken in Den Haag,’ meldt NRC begin oktober. Het is geen oproep van boze boeren of Extinction Rebellion om naar het Malieveld of de A12 te komen, maar een omschrijving in het wekelijkse cryptogram. ‘Laakkwartier’ is de oplossing en dit verwijst naar het kleinste van de acht Haagse stadsdelen, dat officieel Laak heet. Het meet slechts twee bij twee kilometer en er wonen ruim 40.000 mensen. Althans op papier, in werkelijkheid zijn het er bijna 50.000. En dat is maar een van de problemen in Laak, dat in ambtelijke nota’s van Vogelaarwijk transformeerde tot kansenwijk, krachtwijk en prachtwijk en nu een ontwikkelwijk wordt genoemd, al spreken bewoners van een vergeten wijk. Want ondanks al die hoopvolle naamsveranderingen is Laak nog steeds een achterstandswijk. Wie problemen zoekt, zit hier goed.
Tachtig procent van de bewoners heeft een migratieachtergrond, verkamering veroorzaakt overbewoning en de sociale cohesie is laag. Armoede, eenzaamheid en taalonvaardigheid versterken elkaar en men heeft hier wel iets anders aan zijn hoofd dan een cryptogram in de courant. Bewoners geven hun buurt gemiddeld een vijf en dat is bijzonder laag.