Wie het huis van Noni Kooiman binnenstapt, ziet meteen dat hier kookliefhebbers wonen. De benedenverdieping staat volledig in het teken van eten: de ene muur wordt in beslag genomen door het aanrecht, tegen de andere muur staat een vintagekast met servies en kookboeken. ‘De zitkamer is hierboven, maar we zijn eigenlijk meestal in de keuken,’ zegt Kooiman (1993), die hier woont met haar vriend, die ook kok is, en haar twee jonge dochters.
Kooiman stond jarenlang in de keuken van verschillende bekende Amsterdamse restaurants, werd kookboekenschrijver, receptontwikkelaar en foodstylist en tegenwoordig is ze ook presentator van een reis- en kookprogramma over Suriname. Op het aanrecht heeft ze ingrediënten klaargezet, want tijdens het interview gaat ze een echte Surinaamse bojo bakken.
‘Een bojo is een creoolse cassavekokoscake,’ vertelt ze. ‘Mijn vader is creools-Surinaams en mijn moeder komt uit Twente. Dit aten we altijd op verjaardagen. Het is een familierecept waar ik mijn eigen interpretatie aan heb gegeven. Mijn tante doet er bijvoorbeeld geen kokosolie bij, ik wel. Zo gaat dat in Suriname: iedereen bereidt de gerechten op zijn eigen manier, en dat is dan natuurlijk de beste.’
De geraspte cassave en het kokosmeel komen van de Surinaamse toko. In een wodkafles heeft ze van gebruikte vanillestokjes zelf vanille-extract gemaakt. Uit een plastic flesje giet ze amandelsiroop die een familielid meebracht uit Suriname bij het mengsel. ‘Dat is orgeade, ook heerlijk om als limonade te drinken.’